Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Genie

betekenis & definitie

Genie, afkomstig van het Latijnsche woord genius (geestelijk wezen), is een woord, waarmede men het scheppend vermogen aanduidt, waardoor de mensch in staat is, om iets nieuws voort te brengen of het bestaande aanmerkelijk te verbeteren.

Men meende voorheen, dat zulke personen door een in hen wonenden geest werden bestuurd en verlicht. Het genie openbaart zich daardoor, dat het niet alleen iets ongewoons, maar tevens iets voortreffelijks tot stand brengt, en zich hierbij door oorspronkelijkheid kenmerkt. Juist door vindingrijkheid en oorspronkelijkheid verheft het genie zich boven het talent. Men onderscheidt verschillende soorten van genie, zooals een militair genie, een wiskundig genie, een dichtgenie, een werktuigkundig genie enz., terwijl men den naam van universeel genie toekent aan dengene, die in alle vakken van kunst en wetenschap uitmunt. Dat zulk een persoon in onze dagen tot de onmogelijkheden behoort, zal ieder ligt inzien. Zelfs leert de ervaring, dat groote kunstenaars zelden iets degelijks geleverd hebben op wetenschappelijk gebied. Ook in een enkel vak is een genie eene groote zeldzaamheid.

Onder genie verstaat men ook het korps ingenieurs, hetwelk deel uitmaakt van het leger en zich bezig houdt met het bouwen van schansen en vestingen, met het ontwerpen van batterijen, het leggen van bruggen, het maken of vernietigen van gemeenschapsmiddelen, van verdedigings- en belegeringswerken, het aanleggen van mijnen enz. Dat korps bestaat bij ons leger uit den staf van de genie, die gedeeltelijk bp het departement van Oorlog werkzaam en gedeeltelijk in de verschillende vestingen geplaatst is, en uit het bataljon mineurs en sappeurs, hetwelk in het uitvoeren van bovenvermelde verrigtingen geoefend wordt. Zie voorts onder Vestingbouw.