Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Geduld

betekenis & definitie

Geduld is eene van de natuur ontvangene of door zelfbeheersching verkregene geschiktheid, om met kalmte allerlei inspanning en pijn, allerlei teleurstellingen en rampen te verdragen. Het geduld, hetwelk zijn grond heeft in eene trage lijdelijkheid of in eene ongevoelige onverschilligheid, kan niet als eene deugd worden beschouwd. Dan alleen bekleedt geduld dien rang, wanneer het geworteld is in kracht des gemoeds, in onwrikbare volharding, in eene beredeneerde onderworpenheid aan het onvermijdelijke.

Zulk een geduld, hetwelk zijn tijd afwacht zonder het doel uit het oog te verliezen, de zwaarste lasten draagt zonder er moedeloos of wrevelig onder te worden, en den beker des lijdens aanneemt met de hoop op een beteren tijd, past eiken volgeling van den verheven stichter der Christelijke godsdienst. Het is voorts de pligt van eiken opvoeder, dat hij het geduld zijner leerlingen oefent, want hierdoor leeren zij heerschappij voeren over hunne hartstogten en begeerlijkheden. Waar woest geweld het hoofd stiet, heeft vaak taai geduld alle zwarigheden overwonnen.