Friedland is de naam van een Boheemsch hertogdom, toegekend aan Albrecht von Wallenstein Toen deze namelijk gedeeltelijk uit de nalatenschap van zijn oom, die hem 14 landgoederen en heerlijkheden bezorgde, gedeeltelijk door aankoop voor 7 millioen florijnen van verbeurdverklaarde goederen, die ongeveer driemaal zoo groote waarde hadden, in het bezit was gekomen van een uitgestrekt grondgebied in Bohemen, verhief Keizer Ferdinand hem in 1623 tot rijksvorst en hertog van Friedland. Het hertogdom telde 9 steden, namelijk Friedland, Reichenberg, Arnau, Weiszwasser, Münchengratz, Böhmisch-Leipa, Turnau, Gitschen en Aicha, benevens 57 kasteelen en dorpen, en bestond uit eenige van elkaar gescheidene gedeelten. Wallenstein zorgde er voor regtspleging, onderwijs en nijverheid, doch na zijn dood werden die goederen verbeurd verklaard, en onder zijne moordenaars en hunne medestanders verdeeld, — De stad Friedland, die ruim 4000 inwoners telt, ligt in het Boheemsche district Bunzlau aan het vereenigingspunt van de Wittig- en de Rasnitzbach.
In de decanaats-kerk aldaar vindt men een altaarstuk van Jan van Aken en een sierlijk praalgraf van den veldmaarschalk Melchior von Rädern. Merkwaardig door een aantal oudheden is er voorts het kasteel, nabij de stad op eene basaltrots gelegen. Men ziet er onder anderen een portret van Wallenstein, geschilderd in 1626.
Friedland is voorts de naam van een ander stadje, gelegen in het Pruissische district Königsberg. Het telt naauwelijks 3000 inwoners, maar is merkwaardig door den veldslag, dien Napoleon den 14den Junij 1807 er leverde tegen de Russen onder Bennigsen. Deze vond ’s avonds te voren op zijn terugtogt naar Königsberg het stadje Friedland door de Franschen bezet, verjoeg deze, maar stiet niet ver van daar op het korps van hannes, waarna hij zijne troepenmagt op den linkeroever der Alle vermeerderde. Onder beveiliging van deze wilde hij aan zijne manschappen een dag rust gunnen, en was volstrekt niet voornemens slag te leveren. Napoleon gaf echter bevel aan hannes om derwaarts te rukken en liet ook de andere korpsen zich in die rigting bewegen, Lannes verliet Posthenen onder bescherming van het geschut, breidde zich links uit tot aan Heinrichsdorf en bezette regts het Schortlaker-woud. Het Russische leger, ongeveer 6000 man sterk, had zich gedeployeerd in de golvende vlakte met de Alle en Friedland in den rug. Dat ongunstig terrein was ook nog doorsneden van de Molenvliet, welke van Posthenen naar de Alle stroomt. Op den regteroever van deze rivier bevonden zich nog de gardes, een weinig paardevolk en een groot gedeelte der artillerie, terwijl een paar bruggen eenigen waarborg gaven voor de mogelijkheid van een aftogt. hannes opende het vuur, doch hield het gevecht slechts even aan den gang, om de komst der overige korpsen af te wachten.
Bennigsen was toen achteloos genoeg, om geen gebruik te maken van zijne overmagt. Ten 7 ure bereikte Mortier ter linkerzijde van Lannes het slagveld, — om 9 uur verscheen Napoleon, en hierop volgde Ney, die zich achter het Schortlaker-woud heimelijk, in positie moest stellen. Napoleon zag dadelijk in, dat Friedland, waar zich de overgangen over de Alle bevonden, het beslissend punt was, zoodat op die stad de hoofdaanval gerigt werd. Tegen den middag voegde zich Victor bij Ney, —de gardes kwamen te 3 ure en bleven in reserve, en het laatst verscheen Bernadotte. Toen had Napoleon 70000 man onder zijne bevelen. Het gevecht werd nu levendiger op den linkervleugel der Russen, om de aandacht van Bennigsen derwaarts te leiden. Om 5 uur eindelijk gaf de Keizer aan Ney den last, om Friedland aan te tasten, en 3 salvo's van 20 stukken waren het teeken van den aanval. Ney deed zijn korps voorwaarts rukken en behaalde aanvankelijk eenige voordeelen, maar de aanval mislukte wegens het vreeselijk vuur der Russen.
De Russische kavallerie wierp zich nu in den flank der Franschen, terwijl Bagration met zijne infanterie hen in het front aangreep. De beide divisiën van Ney werden in verwarring terug geworpen, en zijne kavallerie desgelijks. Napoleon gaf nu bevel, dat, het 1ste korps (Victor) zou oprukken en zond de divisie Dupont van het korps Bernadotte, benevens de kavallerie-divisie Latour-Maubourg ter ondersteuning van Ney, en deze bragten de Russen eenigzins tot staan. Intusschen vereenigde generaal Sénarmont, die de artillerie van het 1ste korps kommandeerde, deze in 2 groote batterijen en rukte voorwaarts tot op 300 schreden van de Russen, en na 5 of 6 salvo's verminderde hij dien afstand tot de helft. De werking zijner kartetsen werd toen vreeselijk, en Bagration rukte achterwaarts. Victor zond 4 regimenten dragonders tot hulp van Sénarmont, terwijl Ney zijne beide divisiën weder verzameld had en den vijand aantastte met de bajonet.
Thans naderde Sénarmont tot op 80 schreden van het front der Russen; de vijandelijke kavallerie snelde hem te gemoet, maar moest afdeinzen, zoodat hier de artillerie op eene schitterende wijze den slag besliste en Napoleon den beleidvollen Sénarmont toevoegde: „Vous avez fait mon succes'’. Het centrum en de linkervleugel der Franschen volgden de beweging van den overwinnaar, en weldra trokken de Russen terug door de brandende stad. Ook de bruggen werden door de vlammen aangetast, zoodat zij onder het vuur der Franschen met geweldig gedrang door eene waadbare plaats over de Alle moesten trekken. Het verlies der beide legers was groot. Het bedroeg aan de zijde der Franschen 12000 man, maar dat der Russen was veel grooter. Zeven dagen daarna werd een wapenstilstand gesloten, en op dezen volgde de Vrede van Tilsit.