Floreen noemt men eene belasting van 28 stuivers, die in de 16de eeuw op elke behuisde boerderij in Friesland gelegd werd.
De eigenaar of floreenpligtige moest haar betalen, maar had daarentegen het regt op ééne stem voor ieder floreen bij het beroepen van predikanten. Ook thans nog geschiedt er op vele plaatsen het beroep door floreenpligtigen, waaraan eenige formaliteiten verbonden zijn. Daar echter op onderscheidene dorpen de eigendommen in handen zijn geraakt van groote grondbezitters, die er soms niet eens wonen, zoo wordt door het regt van enkelen, die eigenaars zijn van de meeste met floreenen bezwaarde plaatsen, de billijke wensch der gemeente vaak op eene noodlottige wijze verijdeld. Indien de floreenpligtige tevens stembevoegdheid zal hebben, moet hij lid wezen der Hervormde kerk; waar zulks niet het geval is, slaapt het floreen. Het wordt hoog tijd, dat aan dien toestand een einde komt.
