Cunerus Petri, bisschop van Leeuwarden, werd geboren in 1531 te Duivendijke in Zeeland, studeerde te Leuven, waar hij zich hoofdzakelijk toelegde op de wijsbegeerte en de godgeleerdheid, ontving bij de aanstelling van nieuwe bisschoppen in de Nederlanden liet bisdom Leeuwarden, en deed aldaar zijne intrede in 1570. Hij bekleedde die betrekking I tot in 1578. Toen werd bij door Rennenberg gevangen genomen en naar het blokhuis te Harlingen gebragt. Hier bleef hij twee jaar en was toen in de gelegenheid, om zich naar Munster te begeven, waar hij als koorbisschop dienst deed.
Later vestigde hij zich te Keulen, waar hij leerredenen hield en onderwijs gaf in de godgeleerdheid. Hij overleed er den 15den Februarij 1580. Hij heeft een groot aantal geschriften in het licht gegeven, waarvan wij noemen: „Een seker bewijs van der Vaghe-vier enz. (1566)”, — „Verae ac germanae domini nostri Jesu Christi ecclesiae designatio etc. (1567)”, — „Van het sacrament des Autaers (1567)”, — „Den schilt tegen die Wederdoopers enz. (1568)”, — en „Tractatus aliquot insigniores de gravisimis theologiae christianae controversiis (1583)”.