Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Zeeland

betekenis & definitie

Zeeland, de meest zuidwestelijke provincie van het Koningrijk der Nederlanden, bestaat uit eenige eilanden en uit een gedeelte van het oude graafschap Vlaanderen. Schoon sommige eilanden onderling en andere door den aanleg van een spoorweg met den vasten wal verbonden zijn, onderscheidt men nog altijd de eilanden: Schouwen, Duiveland, St. Philipsland, Tholen, Walcheren, NoordBeveland, Wolfaartsdijk en Zuid-Beveland.

De eerste helft vormt Zeeland beooster- en de tweede helft Zeeland bewester-Schelde. Men telt er op 32 □ geogr. mijl ruim 190000 inwoners. De bodem is er vruchtbaar, en landbouw en veeteelt bevinden er zich op een hoogen trap van ontwikkeling, terwijl van ouds handel, zeevaart en visscherij er in een bloeijenden toestand verkeeren. Het verbouwen van meekrap is er in de laatste jaren aanmerkelijk afgenomen, maar de oesterteelt uitgebreid. Intusschen heeft de nabijheid der zee er ook veel schade veroorzaakt. Sedert de 6de eeuw is dit gewest meer dan 650-maal door overstroomingen geteisterd, vooral in de jaren 1421, 1437, 1477, 1485, 1532, 1550, 1570, 1612, 1633, 1682, 1686, 1775, 1808 en 1825.

Schouwen, het noordelijkste eiland, grenst ten noorden aan het Brouwershavensche Zeegat, ten oosten aan Duiveland, ten zuiden aan de Ooster-Schelde en ten westen aan de Noordzee. Het is aan de zeezijde door duinen en voor ’t overige door dijken beveiligd en thans met Duiveland vereenigd. Men vindt er de steden Zierikzee en Brouwershaven. St. Philipsland is veel kleiner en door uitgestrekte ondiepten omgeven. Tusschen de beide armen der Schelde liggen Walcheren met Middelburg (de hoofdstad der provincie) en Vlissingen met eene uitmuntende haven, beide aan den spoorweg, en Noord-Beveland, door het Veersche Gat van Walcheren gescheiden en door het Zuidvliet van Wolfaartsdijk, hetwelk thans vereenigd is met het vruchtbare en prachtige Zuid-Beveland. Hier ligt de stad Goes.

Het was door het Sloe van Walcheren en door het Kreekrak van Noord-Brabant gescheiden, maar is door de afdamming der Ooster-Schelde met dit laatste verbonden. De spoorweg van Walcheren naar het vaste land loopt door Zuid-Beveland, waar in het belang van de scheepvaart een kanaal is gegraven, om den waterweg langs de Ooster-Schelde te vervangen. Het gedeelte van het oude graafschap Vlaanderen, hetwelk tot Zeeland behoort, wordt ook wel Zeeuwsch Vlaanderen genoemd en droeg tijdens de Republiek als een van de Generaliteitslanden den naam van Staats-Vlaanderen. Men heeft er het kanaal van Ter-Neuzen naar Gent, met een zijtak naar Axel en Hulst. Voorts heeft men er de plaatsen: Oostburg, Aardenburg, Yzendijke, Biervliet en Sas van Gent.

De oudste geschiedenis der bewoners van Zeeland ligt in het duister. Het schijnt, dat dit gewest bij de invallen der Noormannen in de 9de eeuw bewoond was door de Suéven. Later werd het een twistappel tusschen de graven van Holland en die van Vlaanderen. Beiden maakten aanspraak op het bezit en het geschil werd aangewakkerd door den handelsnaijver met betrekking tot de tollen. Zoo ontstonden hevige oorlogen, totdat Zeeland door een verdrag van 1323 aan de graven van Holland werd toegekend.

Deze hadden zich reeds vóór dien tijd ook graven van Zeeland genoemd. Het was eerst een afzonderlijk graafschap en later eene afzonderlijke provincie, maar steeds op het naauwst met Holland vereenigd. Na de inneming van den Briel in 1572 werd ook door Vlissingen en Veere het Spaansche juk afgeworpen, en de Zeeuwen hebben in onzen onafhankelijkheids oorlog met moed gestreden. Na den Vrede van Munster onderscheidden zij zich door gehechtheid aan het Huis van Oranje, Na het vertrek van Willem V in 1795 werd Zeeland door de Franschen bezet en maakte vervolgens een deel uit van de Bataafsche Republiek, voorts van het Koningrijk Holland, totdat het na den inval der Engelschen in 1809 werd ingelijfd in het Fransche Keizerrijk. Bij de herstelling onzer onafhankelijkheid eindelijk werd het eene provincie van het Koningrijk der Nederlanden.