Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Brienen (Van)

betekenis & definitie

Brienen (Van) is de naam van een adel­lijk Geldersch geslacht van Franschen oor­sprong. Tot de leden van dat geslacht be­hooren :

Abraham van Brienen, geboren te Utrecht in 1606. Hij studeerde te Keulen, werd tot priester gewijd en was vervolgens werkzaam als pastoor te Langer-Aar, aan de Geertekerk te Utrecht, als bijzitter der vicarissen en als onder-vicaris van den bisschop. Tot 2-maal toe volbragt hij met Jacob de la Torre eene reis naar Rome, en werd tot doctor in de godgeleerdheid en tot Pauselijk pronotaris verheven. In 1662 werd hij raadsheer van den Pauselijken vicaris Johannes van Neercassel, en overleed te Utrecht den 19den Sep­tember 1683. Hij heeft onder den naam van Abraham van der Mat onderscheidene medi­tatiën uitgegeven, die bij herhaling ge­drukt zijn.

Willem Jozef van Brienen, heer van de Groote Lindt, Dordtmondt en Stadt. Deze was onder de regering van Lodewijk Napo­leon hier te lande adjunct burgemeester van Amsterdam, kamerheer des Konings en hono­rair lid van den Staatsraad; ook ontving hij het commandeurskruis der orde van de Unie. Bij de inlijving van ons Vaderland in Frankrijk was hij lid der commissie, opge­roepen naar Parijs, om de zaken te regelen. Hij werd daarna maire van Amsterdam en heeft in die betrekking veel gedaan, om de instellingen der hoofdstad voor verval en ondergang te bewaren. Napoleon I benoemde hem tot ridder van het Legioen van Eer en tot baron van het Keizerrijk. In 1813 was hij van oordeel, dat men den ongelukkigen toestand van ons Land ter kennis moest bren­gen van de Fransche regering, en hij begaf zich met Anthonius Warin, lid van het ge­meentebestuur, naar Parijs. Daar zijn verlan­gen bekend was geworden, werd hij niet ten gehoore toegelaten, en hij bevond zich nog in Frankrijks hoofdstad, toen de om­wenteling in ons Vaderland een aanvang nam. Van Brienen beijverde zich, om aldaar de belangen van zijne landgenooten te be­hartigen, en eerst na den 31sten Maart 1814 kon hij herwaarts terugkeeren. Hij werd in laatstgenoemd jaar lid der Staten van Hol­land en lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, en overleed den 10den October 1839. — Ook zijn zoon Arnold Willem van Brienen van de Groote Lindt werd later lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal, — voorts commandeur der orde van den Nederlandschen Leeuw, ridder met de ster van de orde der Eikenkroon, officier van de orde van het Legioen van Eer en ridder van de Koninklijke orde der beide Siciliën.

Gijsbert Karel Rutger Reinier van Brienen van Ramerus, geboren te Amersfoort den 28sten October 1771. Hij was ten tijde van koning Lodewijk kolonel van de Nationale garde te Amsterdam, onderscheidde zich bij de omwenteling van 1813 door moed en beradenheid en handhaafde met zijne natio­nale garde te midden der losgebarstene hartstogten de orde. Koning Willem I benoemde hem tot generaal en tot commandeur der Militaire Willems-orde. — Zijn zoon Jean Anne van Brienen van Ramerus, geboren te Am­sterdam, den 26sten October 1800, was een verdienstelijk genie-officier, die zich beijverd heeft om bij het uitbarsten van de Belgische onlusten de vesting Bergen-op-Zoom in ver­dedigbaren staat te brengen. Hij klom op tot den rang van majoor, werd ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw, en overleed te Nijmegen den 21sten Julij 1854. Een aan­tal stukken en aanteekeningen omtrent ’s lands verdediging zijn daarna, op zijn verlangen, het eigendom geworden des Rijks.

< >