Een verdienstelijk geleerde, werd geboren te Lübeek den 17den November 1749, studeerde te Göttingen in de regten, geschiedenis en nieuwe talen, werd in 1773 leeraar aan het paedagogium en privaat-docent aan de universiteit te Bützow, in 1777 secretaris op het bureau van den Pruissischen minister von Zedlitz en in 1784 bibliothecaris des Konings te Berlijn, waar hij den 20sten Februarij 1816 overleed.
Sedert 1783 heeft hij met Gedike en sedert 1721 alleen het “Berlinische Monatschrift” uitgegeven, dat later door de “Berliner Blätter” en vervolgens door het “Neue berliner Monatschrift” vervangen is. Voorts heeft hij 4 Zamenspraken van Plato en de “Reis van den jongen Anacharsis” van Barthélémy vertaald en als lid der Academie te Berlijn onderscheidene belangrijke opstellen geleverd.