Beaton (David), Beatoun of Bethune, kardinaal en primaat van Schotland en een ijverige tegenstander der Hervorming, was de zoon van den baron Beaton van Balfour en werd geboren in 1494. Hij studeerde te St.
Andrews en vervolgens te Parijs, en werd reeds vroeg opgenomen in den geestelijken stand. In 1525 werd hij geheim zegelbewaarder van Jacobus V van Schotland en vervolgens onderhandelaar voor diens huwelijk met Magdalena van Frankrijk en met Marie de Guise, waarna koning Frans I hem beloonde met het bisdom Mirepoix in Languedoc en hem in 1538 de waardigheid van kardinaal bezorgde.
In het volgende jaar zag hij zich benoemd tot aartsbisschop van St. Andrews in Schotland en tot primaat des rijks, waarna hij zijn invloed op den zwakken Jacobus wist aan te wenden, ten einde dezen gehaat te maken bij den adel, om hem te bewegen tot een weigerend antwoord op het aanzoek van Hendrik VIII, koning van Engeland, tot verwerping van het pauselijk gezag, en om een besluit te verwerven tot vervolging der Protestanten in Schotland. Na den dood van Jacobus V trad hij te voorschijn met een valsch testament, waarin hij tot regent werd benoemd; het Parlement bemerkte evenwel het bedrog en deed hem in hechtenis nemen. Beaton ontsnapte aan het dreigend gevaar, wist zich aangenaam te maken bij den regent den graaf van Arran en heerschte door middel van dezen. Hij begunstigde de Fransche partij, verzette zich krachtig tegen eene verzoening met Engeland en belastte zich met het opperbevel over het Schotsche leger, dat tegen Hendrik VIII optrok (1544), hoewel hem hierbij weinig voorspoed ten deel viel.
Tot verdrukking der Protestanten deed hij met den regent visitatie-reizen, en George Wishart, de voornaamste der Evangélische leeraars, werd in zijne tegenwoordigheid levend verbrand. Eene zamenzwering van den adel maakte een einde aan de heerschappij van dezen dwingeland. Op den 29sten Mei 1546 werd hij in zijn slot overvallen en vermoord, waarna men zijn kardinaalsgewaad uit hetzelfde venster deed waaijen, waaruit hij eenige dagen te voren het verbranden had aanschouwd van een aanhanger der Hervorming.