Barros (Joao de), een bekend geschiedschrijver, uit den adellijken Portugéschen stam Lupo de Barros gesproten, aanschouwde het levenslicht te Viséo in 1490 of 1496. Reeds als page van Emannël de Groote onderscheidde hij zich zoozeer door zijne geleerdheid, dat die Koning den 17-jarigen jongeling tot makker verkoos voor zijn zoon, later koning Johannes III. Barros legde zich met ijver toe op de kennis der Oude letteren en schreef een uitstekenden historischen roman, getiteld “Cronica do emperador Clarismundo.” In 1522 werd hij gouverneur van St. George del Mina op de Afrikaansche kust.
In 1825 werd hij teruggeroepen en bekleedde gedurende 38 jaren met de meeste naauwgezetheid het ambt van administrateur der Indische gelden. In 1539 gaf de Koning hem de provincie Maranhao in Brazilië ten geschenke, onder voorwaarde, dat hij er volkplantingen zou stichten. Dit mislukte evenwel, en daar Barros zich hierdoor groote geldelijke verliezen berokkend had, zag hij zich genoodzaakt, om het ontvangen geschenk terug te geven. Hij overleed te Pombal en volgens anderen op zijn landgoed Alitem op den 20sten October 1570.
Barros is de eerste, die eene Portugésche spraakkunst geschreven heeft (Grammatica da lingua Portuguéza, Lissabon 1540). Zijn grootsten roem als schrijver heeft hij echter behaald door eene beschrijving van de ontdekkingen, daden en lotgevallen der Portugézen in Indië, — een werk, op last des Konings vervaardigd, dat onder den titel “Asia” in 3 deelen uitkwam. Het is later door anderen vervolgd en tot 24 deelen uitgedijd. Een ander boek van Barros, “Rhopicaneuma” getiteld en van zedekundige strekking, is door de inquisitie verboden.