Baratterie, afkomstig van het Italiaansche woord baratteria, beteekent op het gebied der scheepvaartwetgeving elke onwettige handeling (bedrog of verzuim) van den scheepsgezagvoerder of van één der manschappen ten nadeele van het schip of de lading. In Frankrijk waarborgt de assurantie doorgaans niet voor baratterie, — in Hamburg gewoonlijk wél. In Engeland verstaat men onder baratterie alleen bedrog, geen verzuim, en tegen het eerste wordt verzekering gesloten.
In ons Vaderland en in Denemarken is de verzekerde gedekt tegen elk verzuim van den gezagvoerder, van de bemanning en van den bevrachter. De overtredingen, die als baratterie het meest voorkomen, zijn bijvoorbeeld pogingen van den kapitein om de geldelijke regten te ontduiken, of het verlaten van den gewonen zeeweg zonder dat hiertoe noodzakelijkheid bestaat, — ook wel het ten anker gaan en aan wal stappen van den kapitein met zelfzuchtige bedoelingen, — voorts het moedwillig verbreken eener blokkade, of vruchteloos verzet tegen den commandant van een oorlogsschip, die de scheepspapieren wil onderzoeken.
Niet minder strafbaar ia baratterie wegens verzuim, en vooral wegens het vervreemden der lading. In dit geval moet de gezagvoerder zoowel door de verzekeraars als door de reeders worden aangesproken.
De straf voor baratterie is verschillend naar gelang van den aard der overtreding, maar doorgaans zeer gestreng. Zelfs is door eene acte van het Congres der Vereenigde Staten van Noord-Amerika van den 26sten Maart 1804 eene opzettelijke of misdadige vernieling van een schip in volle zee met de doodstraf bedreigd.
Het werkwoord barattéren, van het Italiaansche woord barattare, beteekent intusschen alleen ruilen, bepaaldelijk van waren uiteen eigen magazijn tegen die uit een magazijn van een ander. Die handelwijze heeft in Duitschland dikwijls plaats tusschen boekhandelaars. De berekening der posten, die de ruilende personen daarbij moeten boeken, draagt den naam van barat-rekening. Het bedrag van zulk eene post is het barat-conto.