Verzekering (Eene) is een verdrag, waarbij de verzekerde tegen eene bepaalde som (premie) van den verzekeraar (doorgaans eene maatschappij) de toezegging ontvangt van schadevergoeding ingeval hij door eene bepaalde ramp getroffen wordt. Het eenvoudigste is, dat een aantal personen elkander vergoeding voor geledene schade waarborgen, en in dat geval noemt men de verzekering eene onderlinge. Intusschen heeft men vooral vele verzekeringsmaatschappijen met vaste premie, zoodat de verzekerde jaarlijks een bepaald procent moet betalen van de verzekerde som. Zulk eene maatschappij bestaat uit aandeelhouders, die onderling de winst verdeelen, terwijl een te kort door hun bijeengebragt kapitaal wordt gedekt.
De aandeelen van deze maatschappijen zijn gewoonlijk niet volgestort, maar slechts ten bedrage van 20% aanwezig. Gevallen, waarin de verzekeraar slechts één persoon is, zijn zeldzaam, maar komen toch bij zeeverzekeringen voor. De begeerte om schadeloosstelling te ontvangen voor geledene verliezen, welke de mensch vaak door onvoorziene en onvermijdelijke gebeurtenissen moet lijden, zooals brand, schipbreuk enz., is zóó natuurlijk en het middel, dat ter bereiking van dit doel voor de hand ligt, zóó eenvoudig, dat wij het zonderling mogen noemen, dat het eerst tegen het einde der middeneeuwen in toepassing werd gebragt. Tot op onze eeuw strekte de verzekering zich slechts tot enkele aangelegenheden uit en was in haren werkkring uiterst beperkt. Eerst in den jongsten tijd heeft men het besef verkregen van de hooge waarde van eigen hulp en van de kracht der genootschappelijke zamenwerking, zoodat wij ook thans nog het aantal verzekeringmaatschappijen van verschillenden aard van jaar tot jaar zien toenemen.
Er bestaan verzekeringmaatschappijen tegen brand, zeegevaar, rivierschade, hagelslag, het vernielen van glasruiten, de sterfte van het vee, — en vooral de levensverzekeringen hebben in de jongste jaren eene hooge vlugt genomen. Brand- en zee-assurantiën hebben hare schaduwzijde; wanneer namelijk huis en inboedel hoog verzekerd zijn, schromen gewetenlooze verzekerden dikwijls geenszins, een en ander in brand te steken, waardoor zij zich niet alleen schuldig maken aan eene schandelijke opligterij, maar ook de eigendommen van buren in gevaar brengen, — en de verzekering van een oud schip heeft menigen gezagvoerder verleid, dien bodem op het strand te zetten en zich op die wijze van eene aanzienlijke assurantiesom meester te maken. Tegen die verkeerdheden echter kan de verzekeraar op zijne hoede zijn door geene voorwerpen boven de verkoopwaarde te assuréren. Zegenrijk is voorts de werking der levensverzekeringmaatschappijen, wanneer deze op goede grondslagen rusten, zoodat zij bij het vorderen van matige premiën steeds aan hare verpligtingen kunnen voldoen. Te bejammeren is het dan ook, dat vele daarvan enkel opgerigt worden met de bedoeling, om aan aandeelhouders en vooral aan commissarissen en administrateuren grove winsten te verschaffen.
