Lading noemt men de hoeveelheid buskruid, vereischt om projectielen tot op zekeren afstand voort te stuwen, alsmede die projectielen zelven, — doch in meer beperkten zin alleen het buskruid. Eerst geruimen tijd na de uitvinding van het buskruid werd door proeven de verhouding bepaald tusschen de lading, de zwaarte van het projectiel en den te bereiken afstand. Aanvankelijk meende men, dat deze laatste steeds afhankelijk was van de lading, zoodat men zeer zware ladingen bezigde.
Later echter bleek het, dat eene vermeerdering der lading boven bepaalde grenzen geen nut doet, omdat bij eene overtollige lading het projectiel den mond van het geschut reeds verlaten heeft vóórdat de geheele lading verbrand is. — Men onderscheidt volle, versterkte en verzwakte ladingen. De eerste is voor lange kanonnen 1/8ste van het naamgewigt des kogels in Ned. ponden; voor zwaar en ligt kanon van 12 pond is zij 1,40, en voor ligt en kort kanon van 6 pond 0,75 Ned. pond. De versterkte en verzwakte ladingen verschillen naar gelang van den afstand en de elevatie.
Den naam van lading geeft men intusschen in de eerste plaats aan de goederen, welke in een schip worden gestuwd en langs rivieren en zeeën naar elders vervoerd. Men zie daarover onder Bevrachting.
