Axum is de voormalige hoofdstad van het rijk van dien naam in den hedendaagschen staat Tigré in Abessinië. Hare puinhoopen liggen ten westen van Adowa en geven getuigenis van haar vroegeren omvang.
Men vindt daarbij een paar groepen van obelisken, die, ten getale van 30, merkwaardig zijn wegens hare fraaije bewerking en wegens een opschrift in Axumitische letters, maar in de Grieksche taal, waarin eene overwinning wordt vermeld, door Aizanes, koning van Axum, in het jaar 333 na Chr. behaald. Daaruit blijkt, dat gemeld rijk, zich 2 eeuwen vóór en na Chr. op de bouwvallen van het oude Meroë verheffende, zich niet alleen over het tegenwoordige Abessinië, maar ook over de aangrenzende landen ten westen van de Roode Zee, en zelfs over Yemen en Sala in Arabië heeft uitgestrekt. De Grieksche taal was er toen die van het Hof en van de beschaafde volksklasse. Axum was de rots, waarvoor de vreemde wereldoverheerschers, de Romeinen en de Parthers, terugdeinsden, en zelfs de Byzantijnsche Keizers werden schatpligtig aan dien Staat. In dien tijd zijn in Abessinië ongetwijfeld de talrijke kerken ontstaan, die wij er in de rotsen vinden uitgehouwen, benevens de kloosters en kluizen. Dat rijk voerde een levendigen handel met Indië en vormde het voorste bolwerk van het Christendom tegen de uitbreiding van den Islam. Oorlogen en verdeeldheden veroorzaakten zijn ondergang, en eindelijk werd het geheel en al onderworpen aan de heerschappij der Arabieren.
