Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 12-01-2018

Attentaat

betekenis & definitie

Attentaat, van het Latijnsche attentatus , in het Fransche regt overgenomen, beteekent in het algemeen iedere poging tot misdrijf of tot eene ongeoorloofde daad, waardoor een ander schade kan lijden, en meer in ’t bijzonder: aanranding, aanval, aantasting. Crimen attentatus was in het Romeinsche regt de poging, om een ander het leven te benemen. Het Fransche strafwetboek, de Code Pénal van 1810, in Frankrijk in 1832 herzien, en hier te lande sinds 1812 ingevoerd, en vrij aanzienlijk gewijzigd in 1854, kent twee hoofdsoorten van attentaat.

De eerste soort wordt gerangschikt onder de misdaden en wanbedrijven tegen de inwendige veiligheid van den Staat (crimes et délits contre la sureté intérieure de l’etat), waarbij l’attentat ou le complot (de aanslag of zamenspanning) tegen het leven of den persoon des Keizers gestraft wordt (crime de Ièsemajesté) als vadermoord met verbeurdverklaring van alle goederen. De attentaat is bovendien strafbaar, als hij gerigt is tegen de leden van het keizerlijk geslacht; of als het oogmerk bestaat, om de hooge regering of de orde in de opvolging tot den troon te veranderen, of om de burgers onder de wapenen te brengen tegen het keizerlijk gezag. Hij bestaat, zoodra er eene daad is gepleegd, of begonnen is gepleegd te worden, om tot het in uitvoerbrengen dezer misdaden te geraken, alhoewel zij niet voleindigd zijn geworden. Op alle staat de doodstraf en verbeurdverklaring van goederen. Het koopen van een revolver, om den keizer te dooden, is dus een attentaat, waarop de doodstraf met hare gevolgen als straf staat (omtrent zamenspanning, zie complot). In de nieuwste geschiedenis zijn, vooral in Frankrijk, verscheiden attentats tegen het leven van den vorst, door middel van bommen en helsche machines, berucht geworden; onder anderen die van 19 November 1832, en van 28 Julij 1835 tegen het leven van Louis Philippe; eenige tegen het leven van koningin Victoria van Engeland, vooral in hare eerste regeringsjaren, en in den laatsten tijd tegen Napoleon III (Orsini, 1853); tegen den koning van Pruissen, — en zoo voorts.

De tweede hoofdsoort van attentaat, in de Code Pénal bekend, is die tegen de zeden, behandeld onder de “misdrijven tegen bijzondere personen.” De bepalingen hieromtrent zijn weinig en de daarop gestelde straffen gering.

’t Meest omvattend is “de openbare schennis of beleediging van de eerbaarheid (Outrage public à la pudeur).” Verder worden strafbaar gesteld viol (verkrachting) of andere feitelijkheid tegen de eerbaarheid; het opwekken van onzedelijkheid; overspel en bigamie.

Zeer opvallend in den tegenwoordigen tijd is het onderscheid, dat in deze matérie door den wetgever gemaakt wordt in de regten van den getrouwden man en van de getrouwde vrouw.