(Angermanlands-Lapmarken) De zuidelijkste provincie van Zweedsch Lapland, heeft eene uitgebreidheid van 215 geogr. mijlen en eene bevolking van ongeveer 3000 zielen. Het grenst ten noorden aan Umeâ-Lapmarken, ten westen aan Noorwegen en Angermanland, en ten oosten en zuiden aan laatstgenoemd gewest.
Het land is er zeer bergachtig; de toppen zijn er met eeuwige sneeuw bedekt, en in de dalen vindt men moerassen en wouden en hier en daar vruchtbare akkers en weiden. Vooral in het zuidoosten zijn uitgestrekte dennebosschen. De voornaamste rivier is er de Angerman, die in het binnenland de Wojma en de Ormsjö opneemt. Aan den voet van den Stöttingfjell ontspringen de Gidea en de Lägdan, die, even als de voorgaande, naar Angermanland vloeijen. Ook zijn er talrijke meren, gedeeltelijk verbreedingen der hoofdrivier. Behalve rendieren heeft men er paarden, runderen en schapen. De inwoners zijn Lappen en Zweedsche landbouwers. Het grootste Zweedsche dorp is er Gafsele in het kerspel Asele met 19 boeren. Veeteelt, landbouw, jagt en vischvangst zijn er de voornaamste bedrijven.