Arad is een Hongaarsch comitaat aan de overzijde der Theisz en telt op 101,53 □ geogr. mijlen ongeveer 260000 inwoners. Het grenst ten oosten aan Siebenbürgen, ten zuiden aan Temesvar, ten westen aan Chanad en Bekes en ten noorden aan Bihar. In het oostelijk gedeelte vindt men een tak der Karpathen met den berg Moma, en het westelijk gedeelte is eene vlakte zonder boomen. De Maros vloeit er aan de zuidelijke grenzen , en de Körös met de Cziger in het noorden.
De voornaamste voortbrengselen zijn er tarwe, maïs, tabak, vlas, boomvruchten en uitmuntende wijn. Voorts bloeit er de vee- en de bijenteelt, en uit de mijnen haalt men er goud, zilver en ijzer. De inwoners zijn meerendeels Walachijers, die tot de Grieksche kerk behooren, — voorts heeft men er Hongaren, Duitschers en Slawen. De hoofdstad, Oud-Arad, ligt aan den regteroever der Maros; zij heeft een seminarium van Walachijers, een gymnasium en bijna 30000 inwoners, onder welke zich vele rijke Israëlieten bevinden. Deze stad werd als vesting in de l7de eeuw bij herhaling door de Turken ingenomen en eindelijk verwoest. De nieuwe citadel, wel klein van omvang, maar sterk, was in den omwentelingsoorlog van 1849 van groot belang. Zij ligt op eene landtong tusschen twee armen der Maros, zoodat de Oostenrijksche generaal Berger haar geruimen tijd tegen de Hongaren verdedigen kon. De capitulatie van den 8sten Junij bezorgde aan de bezetting een vrijen aftogt, maar aan Hongarije 75 kanonnen en 8000 geweren. In het begin van Augustus namen de leden van den Hongaarschen rijksdag de vlugt van Szegedin naar Arad. Vanhier werd den 11den Augustus 1849 door Kossuth de proclamatie uitgevaardigd, waarin hij den hagchelijken staat van de zaak der omwenteling niet ontveinsde. Terstond na den slag hij Vilagos (16 Augustus) gaf Arad, op last van Gorgey, zich over aan de Russen. Op bevel van Naynau werden hier den 5den October 1849 een aantal Hongaarsche generaals op eene schandelijke wijze ter dood gebragt.
Tegenover Oud-Arad, aan de andere zijde der rivier en door eene brug met zooeven genoemde stad verbonden, ligt Nieuw-Arad, hetwelk tot Temesvar behoort en ongeveer 5000 inwoners telt. Zij is haren oorsprong verschuldigd aan de Turken, die hier bolwerken aanlegden, om Oud-Arad te bestoken, en daardoor Nieuw-Arad deden verrijzen.