Antípater

betekenis & definitie

Antípater, de veldheer en staatsminister van Philippus van Macedonië, de zoon van Iolaus, de vriend en leerling van Aristoteles, was een geleerd en bekwaam man, zooals blijkt uit het gezegde van koning Philippus .“Ik heb dezen nacht gerust geslapen; immers voor Macedonië werd gezorgd, want Antipater waakte.” Terwijl Alexander in Azië het Perzische rijk deed bezwijken, hield Antípater , als zijn stadhouder, de oproerige Thraciërs in toom, alsook de Grieken, en versloeg Agis II, koning van Sparta, bij Megalopolis. Zijn twist met de moeder van Alexander, met de listige Olympias, was oorzaak, dat de Koning kort voor zijn dood hem naar Azië riep en Craterus als stadhouder naar Macedonië zond. Na den dood van Alexander verwierven Antipater en Craterus het gemeenschappelijk bewind over de Europésche gewesten van het Macedonische rijk met uitzondering van Thracië, hetwelk aan Lysimachus ten deel viel. Na den dood van Perdiccas werd hij tot algemeen rijksbestuurder benoemd, en hij overleed in 319 vóór Chr. in hoogen ouderdom, nadat hij, met voorbijgaan van zijn zoon Cassander, Polysperchon tot zijn opvolger had benoemd. Zijn kleinzoon, desgelijks Antípater genoemd en de laatste van zijn geslacht, werd op bevel van Lysimachus ter dood gebragt.