Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Angora

betekenis & definitie

Angora (Ancora, Angoun, Engoeryeh) is de hoofdstad van een evenzoo genoemd arrondissement van het Turksche Ejaleet Anadoli (Bozoek). Zij is aan de rivier Tsjiboektsjai, ruim 900 Ned. el boven den zee-spiegel, aan den zoom eener vruchtbare vlakte gelegen. Zij heeft talrijke kloosters en kerken en 40000 inwoners en is de zetel van een Griekschen en van een Armenischen bisschop. Het hoofdartikel van den handel is het zoogenaamde kemelsgaren, afkomstig van de Angora-geit (capra hircus L). Zij is het oude Ancyra, naar men zegt door Midas gesticht. Zij bloeide ten tijde van Augustus als hoofdstad van Galatië en als stapelplaats van een aanzienlijken handel, waartoe hare ligging aan den karavanen-weg van Byzantium naar Syrië aanleiding gaf. De dankbare bewoners bouwden ter eere des Keizers een marmeren tempel en griffelden er zijne roemrijke daden op de steenen en zuilen van een altaar.

Die opschriften zijn in 1553 door Busbecq gevonden en voor de Oude geschiedenis van groot belang. Na de invoering van het Christendom werd zij de zetel van een metropolitaan en de vergaderplaats van twee conciliën (315 en 358). In 621 werd zij door de Arabieren ingenomen, maar spoedig door den Byzantijnschen keizer heroverd. In 1360 kwam zij in de magt van den sultan Moerad I, en den 20sten Julij 1402 verloor Bajesid I er in den strijd tegen Timoer de vrijheid en den troon. Na de bevestiging der Turksche heerschappij vermeerderde haar bloei, zoodat Pococke het aantal harer inwoners op 100000 schat. Zij is dus na dien tijd aanmerkelijk achteruit gegaan.

< >