Andro, het oude Andrus, een eiland in den Griekschen Archipel, is het grootste en noordelijkste der Cycladen. Het is door de straat van Filota (11/3 geogr. mijl breed) van Negróponte gescheiden en telt op eene uitgebreidheid van 41/2 □ geogr. mijl 21000 inwoners. Er loopt een gebergte overheen, dat op zijne mild besproeide hellingen vruchtbare landen draagt. De voornaamste voortbrengselen zijn er gerst, wijn, olijf-olie, zuidelijke vruchten, vooral limoenen, honig en was.
Het eiland schijnt het eerst door de Ioniërs bevolkt te wezen, die in 550 vóór Chr. van hier elders volksplantingen stichtten. Na de Perzische oorlogen, waarin zij zich aan de zijde der Perzen schaarden en door Themistocles vruchteloos belegerd werden, kwamen zij onder de heerschappij van Athene, vervolgens onder die van Macedonië en eindelijk onder die der Romeinen. In lateren tijd was Andro afhankelijk van Turkije; het werd beschouwd als speldegeld van eene der sultanes en genoot tegen eene opbrengst van 30 000 piasters eene behoorlijke mate van zelfstandigheid. De. hoofdstad, die denzelfden naam draagt, ligt met hare kleine haven aan de oostkust en telt 5500 inwoners. Niet ver van daar, bij het dorp Andro Vecchio, vindt men in eenige overblijfselen van een kasteel en van een tempel van Dionysus (Bacchus) de sporen der oude hoofdstad.