Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Amaryllideën

betekenis & definitie

Amaryllideën (De plantenfamilie der) bevat bolgewassen met lijn-of lancetvormige, parallelnervige bladen en groote, fraai gekleurde, alleenstaande of tot schermen vereenigde bloemen, die door een scheedevormig omhulsel omgeven zijn. Het bloemdek, met het vruchtbeginsel zamengegroeid, bestaat uit 2 drietallige bladerkransen. Voorts draagt zij 6 meeldraden en als vrucht eene driehokkige zaaddoos. Men vindt haar in onderscheidene soorten in het zuiden van ons werelddeel en vooral in het zuiden van Afrika. Tot deze familie behooren 30 of 40 geslachten, waaronder narcissus met onze bekende narcissen en galanthus met het sneeuwklokje (g. nivalis).

Het geslacht amaryllis onderscheidt zich door een trechtervormig, zesdeelig, eenigszins onregelmatig tweelippig bloemdek. De meeldraden, aanvankelijk liggende, rigten zich vervolgens op en dragen beweegbare helmknopjes. De draadvormige stijl heeft 3 stempels. Men vindt zijne soorten vooral in de warme gewesten van Amerika en bij ons als geliefkoosde sierplanten in de kassen. De fraaiste zijn:

A. formosississa met een violetten bloemsteel en eene tweelippige bloem (Fig. 1, bloem en blad op 1/3 der natuurlijke grootte). Zij heeft eene donker-scharlakenroode kleur en is reeds in 1593 uit Guatimala naar ons werelddeel overgebragt. Zij geeft gedurig bloemen van het voorjaar tot aan den herfst.Amaryllis formosissimaA. vittata, die een bloemscherm vormt van negen wit- en donkerrood gestreepte bloemen (Fig. 2 op 1/3 der natuurlijke grootte). Zij is afkomstig uit Peru en zeer geurig.Amaryllis vittataA. Reginae met scharlakenroode bloemen en eene groote ster in het midden. Zij komt van Vera-cruz.
A. equestris L. fil., welke op de vorige gelijkt, wat de groene kern der bloemen betreft, maar er van verschilt door hare oranjegele kleur; ook zijn de bovenste bladen van het bloemhulsel meer achterwaarts gebogen.
A. sarniensis, ook de amaryllis van Jersey genaamd, is eene soort met kleine bloemen (Fig. 3, bloemtak en bladertoppen op 3/8 der natuurlijke grootte). De omgekrulde bloembladen zijn purperkleurig en hebben flaauw gebogene meeldraden. Zij behoort te huis te Japan, waar Thunberg haar aantrof op de heuvels van Nangasaki. Ook aan de Kaap de Goede Hoop komt zij voor. Hare bollen zijn vergiftig.Amaryllis sarneinsisA. atamasco met enkele witte, regtstandige en regelmatige bloemen en lange, lijnvormige bladeren. Men vindt ze in de Vereenigde Staten. (Fig. 4., op de helft der natuurlijke grootte).Amaryllis atamascoA. belladonna met 3 tot 4, somtijds met 5 en meer bloemen, en groot als die eener gele lelie. De bol dezer bloem is zeer vergiftig. Zij groeit in West-Indië en aan de Kaap de Goede Hoop.

Van de talrijke gekweekte verscheidenheden noemen wij a. Johnsonii Sweet. met donkerroode en witte bloemen. Het aankweeken van amaryllis-soorten vereischt veel op-lettendheid. Zij groeijen gaarne in een bodem, die uit 2/5 blad-aarde, 1/5 verweerde klei, 1/5 rivierzand en 1/5 vetten groengrond bestaat, terwijl zij daarenboven in het tijdperk van haren sterksten groei wat koemest en zelfs een weinig guano kunnen verdragen. Als de bollen in het voorjaar gepoot zijn en de bladeren en knoppen zich beginnen te vertoonen, geve men haar langzamerhand meer licht, warmte en vochtigheid. Ook kan men die bloemen uit zaad doen opwassen, hetwelk in vlakke potten niet diep onder de oppervlakte in vruchtbare aarde wordt gelegd; bij voldoende warmte en vochtigheid ontkiemt het na verloop van 1 of 2 weken.

< >