Alava (Michaël Richard d’) een Spaansch krijgs- en staatsman, werd in 1771 te Vittoria geboren. Eeeds vroeg koos hij de zeedienst en werd weldra bevorderd tot kapitein van een fregat. Nu ging hij over tot de dienst te lande en bezat den rang van overste, toen Napoleon de Spaansche Bourbons van den troon wierp. Alava omhelsde met geestdrift de zaak van den nieuwen beheerscher.
Hij werd lid van den Raad van Bayonne en onderteekende de constitutie, door Frankrijk verordend. Na den slag van Albufera (1811) verliet hij de zijde van Joseph Napoleon, schaarde zich aan die der independenten en werd adjudant van Wellington. In die betrekking woonde hij de verschillende gevechten bij en redde bij het bestormen zijner geboortestad deze van een dreigend verderf. Wellington benoemde hem op het slagveld tot generaal. In 1814 vergezelde hij het zegevierende Britsche leger naar Frankrijk en hij woonde er den slag van Toulouse bij.
Na den vrede van Parijs keerde Alava naar zijn vaderland terug. Hij was echter bij het Hof niet gezien; zelfs wierp men hem in de gevangenis, waaruit hij door tusschenkomst van Wellington werd verlost. Op verlangen van den Prins van Oranje — later Willem II — werd hij benoemd tot ambassadeur van Spanje te ’s Hage, maar reeds in 1819 teruggeroepen. Toen in 1820 de opstand uitbarstte, verbond zich Alava met Arguelles en Galiano tot herstel der constitutie van 1812, streed in 1822 tegen de koninklijke garde en stemde te Sevilla voor eene onmiddellijke afzetting van Ferdinand. Na de nederlaag der constitutionelen werd Alava door de Cortes tot lid der Commissie benoemd, die te Cadix met Frankrijk onderhandelde. Toen er in strijd met de beloften des Konings eene bloedige vervolging tegen de constitutionelen werd ingesteld, nam Alava met vele anderen de vlugt naar Gibraltar en vervolgens naar Engeland. Hij leefde hier en in ons Vaderland van den onderstand zijner vrienden, totdat hij in 1834 door koningin Christina teruggeroepen en tot pair des Rijks verheven werd. Onder het bewind van Martinez de la Rosa werd hij tot ambassadeur te Londen en onder Mendizabal tot minister van buitenlandsche zaken benoemd. Hij wees deze betrekking van de hand en werd lid van het vertegenwoordigend ligchaam. Vruchteloos zocht hij Lodewijk Philips van Frankrijk tot eene tusschenkomst in de Spaansche aangelegenheden te bewegen. Toen eindelijk door eene nieuwe omwenteling de constitutie van 1812 aan Spanje werd opgedrongen, verklaarde hij — zonderling genoeg! — dat hij die niet kon aannemen. Hij nam zijn ontslag uit alle openbare betrekkingen en overleed te Barèges in 1843.