Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Acta

betekenis & definitie

Zoo werden bij de Eomeinen de verslagen genoemd der openlijke handelingen in den Senaat en in de Comitiën, — voorts de wetten en besluiten der overheidspersonen en later die der keizers (a. magistratuum). Zij werden den Senaat ter goedkeuring voorgelegd.

Na den dood van Caesar zwoeren de triumviri, dat zij de acta des vermoorden zouden in stand houden, en hieruit ontstond de gewoonte, dat ieder keizer bij het aanvaarden van zijn bewind den eed aflegde, dat hij de a. zijner voorgangers zou handhaven (in acta principum jurare). In de handelingen van den Senaat werden niet alleen de onderwerpen der discussie, maar ook de gevoelens van de voornaamste sprekers en de bijgebragte getuigenissen opgenomen. Voorts had men te Rome, acta diurna, eene soort van dagkroniek, waarin de voornaamste voorvallen werden vermeld, even als in onze dagbladen. Zij zijn echter alle verloren gegaan. Ook de verslagen der regtszittingen met de aanklagten, verdedigingen, getuigenverhoren en vonnissen droegen den naam van acta. Verder kent men onder den naam van acta verschillende geschriften, zoo als Acta apostolorum, een der boeken van onzen Bijbel, waarin de daden en lotgevallen der apostelen en meer bepaald de stichting en de wederwaardigheden der eerste Christelijke gemeente te Jeruzalem, de werkzaamheden van Petrus en vooral die van Paulus zijn vermeld, — Acta eruditorum, het eerste wetenschappelijke tijdschrift, dat, in navolging van het “Journal des Savans” en van het “Giornale dei letterati,” in Duitschland werd uitgegeven. Het verscheen in 1682, ondersteund door Carpzovius, Ittig, Leibnitz, Seckendorf, Cellarius, Tenzel, Schurzfleisch, Thomasius, Sagittarius, Wagenseil, Leyser, von Bünau en Otto Mencke en onder de hoofdredactie van dezen laatste. Hjj werd, als hoofdredacteur opgevolgd door zijn zoon Johann Burkhardt Mencke, en later door zijn kleinzoon Friedrich Otto Mencke, die eene nieuwe volgreeks van jaargangen uitgaf onder den titel van “Nova acta eruditorum.” Na dezen was de redactie toevertrouwd aan professor L. August Bel. Het eeuwjaar van het bestaan van dit tijdschrift was tevens het jaar van zijn ondergang. Het bevat met de supplementen en registers 117 deelen in kwarto.

Voorts heeft men Acta Pilati of het verslag van de veroordeeling en van den dood van Jezus, dat door den landvoogd Pilatus naar den keizer te Rome zou zijn gezonden. Men vindt het onder de Apocryphe boeken van het Nieuwe Testament, maar het wordt algemeen voor onecht gehouden. Eindelijk wijzen wjj op de Acta sanctorum of de levensbeschrijvingen der martelaars en heiligen. Die naam wordt bij uitnemendheid toegekend aan het groote werk, dat na den dood van den eersten ondernemer, Rosweyd (1629), door J. Bolland met G. Henschen, is opgevat en na den dood van Bolland (1665) door de Bollandisten voortgezet. Dit werk is in het laatst der vorige eeuw met het 53ste deel gestaakt. In den jongsten tijd is het in België met eene rijkssubsidie van 6000 francs voortgezet, zoodat in 1846 en 1854 het 54ste en 55ste deel verschenen zijn van Vandermoer en Hecke, en in 1858 het 56ste deel van laatstgenoemde met Bossue, de Buck en Carpentier. Eene nieuwe uitgave van de 54 eerste deelen is in 1863 begonnen. Dezer dagen (1869) heeft echter de Belgische volks- vertegenwoordiging gemelde subsidie van de begrooting weggeschrapt.

< >