Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Zeilen

betekenis & definitie

Het is voor het huidige geslacht moeilijk om zich plotseling voor te stellen, hoe de havens van een handelsstad een jaar of 50 geleden eruit zagen, toen daar mastbossen opstaken en de vele kleine, vlugge zeilschepen een schilderachtig schouwspel opleverden. Inderdaad mooi en romantisch was zo’n zeilvaart-toneel.

En al was het goederenvervoer niet zo afdoende en vlug als tegenwoordig, het was één stuk gave romantiek.Zie de aankomst van zo’n statig schip, het .voorzichtig boegseren, de langzame plechtigheid en schoonheid van het geval!

En hoe mooi was de rivier met die talloze zeilen, wat dwaas leeg zag die er uit bij ijsgang of wanneer het bladstil was.

Dat is alles veranderd. De meubilering van de rivieren is niet meer zo mooi en die havens midden tussen de huizen uit den gemoedelijken ouden tijd worden voor wat anders gebruikt. Het verkeer gaat naar de kaden met sheds en moderne opslagplaatsen en spoorbanen en kranen enz. Het zijn nu niet meer de bevallige zeilschepen, het zijn grote ijzeren bakken van stoomboten en motorschepen, waar veel in en veel en gauw uit kan en die „haast je, rep je” worden behandeld en weer vrijgelaten.

Dat is de ene kant van het tafereel.

De andere is, dat er in de havens van die stad, die geregeld in de normale tijden toch 10, 12 zee-zeilschepen bevatten, één jachtje, lag, van een meneer van elders, die twee of driemaal per jaar eens een dag kwam zeilen.

Nu zijn de zeezeilschepen er niet meer. En in de haven, waar vroeger één jacht lag, liggen er nu 50.

De zeilvaart is vrijwel verdwenen, de zeilsport heeft haar plaats ingenomen.

En is er een mooiere sport? Is er een Hollandser sport?

Wij geloven het niet. Wil de Hollander inderdaad bij zijn geliefd water komen, dan moet hij zeilen, roeien of zwemmen. En hoezeer de Hollander bij dat water wil komen, blijkt uit het feit, dat de zeilsport ontzaglijk populair is en het met de dag meer wordt. Scheen het een jaar of 25 geleden, dat eigenlijk alleen maar Friesland zeilde, nu heeft men maar aan de Kaag, op de Loosdrechtse plassen, op het Paterswolder meer, aan het IJ, de Maas en op de Merwede in den goeden tijd te komen om te zien, wat een animo er voor deze sport is. En wil men nog een nieuw bewijs: ook bij de Olympische spelen van 1936 heeft de Hollander weer bewezen, dat — al is dan de zeilvrachtvaart verdwenen — hij toch nog zeilen kan als de beste.