Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Zeevaart

betekenis & definitie

Is er een Hollandser onderwerp?

Wat heeft Holland niet alles van de zee!

Het is op zee, dat het een land geworden is. Het is handelend op zee, dat wij van een obscuur volkje geworden zijn tot een der meestbetekenende volkeren van de 16de en 17de eeuw. Het is de zee bevarend, dat wij den strijd met Spanje gewonnen hebben. Het is op zee, dat wij onze individualiteit en ons vrijheidsgevoel ontwikkeld hebben.

Het is over zee, dat wij de koloniën verkregen hebben, die ons ook na onzen groten tijd nog een belangrijke plaats onder de staten verschaffen. En het is de zeevaart, die ons volk een bron van welvaart gegeven heeft in de visvangst.

Maar is dat alles niet een beetje oud-Hollands, deze zeevaart?

Inderdaad was een veel groter percentage van ons volk op zee in den ouden tijd dan nu. En van het verbluffend groot aantal zeeschepen, dat toen onze vlag voerde, is zeker in dezen tijd maar een klein percentage overgebleven, zelfs indien men daarbij in het oog houdt, dat de schepen nu zo heel veel groter zijn, dan zij toen waren.

En nu in den laatsten tijd de onzalige gedachte van de zelfgenoegzaamheid van ieder land is opgekomen; de gedachte, dat elk land alles zelf moet maken en doen en liefst niet met een ander land moet ruilen, nu wordt zeker de kans nog steeds geringer, dat wij in quantiteit weer het schitterend record van onze voorouders zullen overtreffen.

Toch is er nog een troost. Kunnen wij dan niet meedingen in den strijd om het blauwe lint van den Oceaan, kunnen wij niet met geweldige staatssubsidies, gelijk in het buitenland, de schepen op stapel zetten, die daarvoor nodig zijn, wij hebben toch nog den naam en de daad van de beste zeelieden ter wereld te zijn.

En het bewijs?

Als de Engelse admiraliteit grote schepen of grote dokken over lange afstanden moet vervoeren, dan vraagt zij dat... aan een Rotterdamsen Zeesleepdienst. Zij doet het niet luchthartig. Men kan begrijpen, dat zij iederen keer, dat het weer moet, op haar lippen bijt. En dat zij niet gaarne de opmerkingen incasseert, die voor deze methode van den Engelsen „man-op-straat” binnenkomen. En toch doet zij het, tot op den aller-, allerlaatsten tijd, omdat... de Hollandse zeesleepbootkapiteins en de Hollandse zeesleepbootmatrozen en de Hollandse zeesleepboten de beste van de wereld zijn.

En wie kan over bekwaam zeemanschap beter oordelen dan de Engelse zeelui, die toch zeker tot de beste van de wereld behoren?