Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Tell.

betekenis & definitie

Wilhelm Teil is de nationale held van de Zwitsers, die zich altijd tegen vreemde overheersing hebben verzet. Tell was — volgens de overlevering — een uitmuntend jager en schutter uit Bürglen in Uri en leefde, volgens de sage, in de 2e helft der 13e en in de 14e eeuw, in den tijd, dat een deel van Zwitserland onder de macht van het huis Habsburg stond.

De hardvochtige landvoogd Geszier — de Zwitserse Alva — had op de markt te Altorf den hertogshoed op een paal doen plaatsen en verlangde van de Zwitsers, dat zij het hoofd zouden ontbloten bij het voorbijgaan. Gewapend krijgsvolk hield de wacht bij den paal, om ieder te grijpen, die het bevel niet zou opvolgen.

Zo was de toestand te Altorf, toen Wilhelm Tell, op den l8en November van het jaar 1307, — altijd volgens de legende — met zijn zoontje Walter, de markt overstak en den hoed op den paal voorbijging... zonder te groeten. Onmiddellijk werd hij door de landsknechten gevangen genomen en voor den landvoogd gebracht. Geszier, die van zijn omgeving hoorde, dat hij met den beroemdsten boogschutter van Zwitserland te doen had, legde Tell de straf op, dat hij op honderd ellen afstands een appel weg zou schieten van het ‘hoofd van zijn zoon. Gelukte dit, dan had hij zijn lijfsbehoud en dat van den knaap gewonnen. Tell stemde toe; toen hij zich gereed maakte om te schieten, zag de landvoogd, dat hij niet één, maar twee pijlen in den gordel stak.

Tells schot spleet den appel middendoor en de knaap bleef ongedeerd, zodat de boogschutter reeds meende zijn vrijheid te hebben herwonnen. „Maar zeg mij eens,” sprak de landvoogd, „waarom staakt gij twee pijlen in uw gordel inplaats van één?” „Indien,” zei Tell, „de eerste pijl mijn zoon had getroffen, dan zweer ik, dat de tweede zijn doel niet gemist zou hebben.” Op dit antwoord deed de landvoogd hem terstond weer in de boeien slaan en gaf bevel, dat men hem in een boot naar Küssnacht zou brengen. Tijdens den overtocht, op het Vierwoudstedenmeer, werden Tell en zijn geleiders door een hevig onweer overvallen, zodat het vaartuig dreigde tegen de rotsen verpletterd te worden. Men herinnerde zich toen Tells kundigheid als schipper, bevrijdde hem van zijn boeien en vroeg hem, de boot weder buiten gevaar te brengen, hetgeen hij ook deed, maar al manoeuvrerende, stuurde hij de boot zó dicht langs de rotsen, dat hij op een gunstig punt met een koenen sprong den oever kon bereiken. Die plaats heet „Tellsplatte”.

Toen spoedde Tell zich over de bergen naar de buurt van Küssnacht, wachtte daar in de nabijheid van een hollen weg den landvoogd op en schoot hem daar een pijl in het hart. Dit was hetsein tot den opstand. van de drie Zwitserse kantons, die eindigde met hun bevrijding van de dwingelandij. Van Tells verdere lotgevallen wordt alleen verhaald, dat hij in 1315 in den slag bij Morgarten medestreed en in 1354 als oud man bij een poging om een kind te redden uit de woeste wateren van de Schachenbach, om het leven kwam.

Bij de „Tellsplatte” is een kapel opgericht, die met fresco’s naar episoden uit Tells leven is versierd.

Het is jammer, dat wij om der waarheid wille moeten vermelden, dat het niet waarschijnlijk is, dat deze Wilhelm Tell ooit heeft geleefd, want hij komt in de letterkunde van verscheiden volkeren voor. Met name de scène van den appel vindt men tot zekere hoogte ook in de vertelling van Tokko in de Deense kroniek van Saxo Grammaticus.

Het verhaal van Tell, dat Schiller in zijn drama en Rossini in zijn opera heeft bewerkt, zal dus wel een legende zijn.