Naast Voltaire is Jean Jacques Rousseau (1712—1778) wel de meest invloedrijke Franse schrijver uit de 18de eeuw geweest.
Hij werd te Genève geboren als zoon van een horlogemaker, die na de opheffing van het edict van Nantes uit Frankrijk naar Zwitserland was gevlucht. Doordat hij weinig onder toezicht stond, had hij een onrustige jeugd, die er niet toe bijdroeg om zijn karakter, dat van nature toch al onevenwichtig was, vaster te maken.
Door den invloed van madame de Warens, een Rooms-Katholieke dame, bij wie hij enigen tijd in huis was, ging hij voor priester studeren, doch hij zette deze studie niet door en wijdde zich vooral aan muziek en letterkunde. Hij leidde ’n zwervend leven en kwam in 1742 te Parijs, waar hij als musicus wel opgang maakte.
Op een prijsvraag van de Academie de Dij on, waarin gevraagd werd, of de ontwikkeling van kunsten en wetenschappen er toe gestrekt had de zeden te bederven of te verbeteren, gaf Rousseau het antwoord, dat deze ontwikkeling schadelijk was, omdat zij den natuurmens had bedorven. Zijn antwoord werd bekroond. Hij schreef toen zijn „Contrat social” en „Emile”, welke beide werken beroemd gebleven zijn: Zij bevatten zijn denkbeelden over verbeteringen in de maatschappij, op staatkundig en opvoedkundig terrein.
Verder schreef hij o.a. nog „Julie ou la Nouvelle Héloïse” en zijn „Confessions” (bekentenissen). Het laatste is een autobiografie, die treft door haar eerlijkheid. Nog moet genoemd zijn kleine opera: Le devin du village.
In 1756 ging hij weer tot het Protestantisme over.
Hij was gehuwd met een heel eenvoudig meisje, Thérèse Levasseur, die niets van zijn denkbeelden begreep, doch uitstekend voor hem zorgde. Zijn kinderen bracht hij in een gesticht om te voorkomen, dat ze in het milieu van Thérèse zouden worden opgevoed.
Rousseau’s verdienste is geweest, dat hij in een eeuw van overbeschaving en ongeloof enkele werken schreef van een beslist zedelijke strekking en een lans brak voor terugkeer van de mensheid tot eenvoud en waarheid en een natuurlijke levenswijze..
Ondanks al zijn gebreken wordt Rousseau daarom ook nog in onzen tijd vereerd', en gelezen.