Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Rotterdam

betekenis & definitie

Onze eerste havenstad heeft wel enige overeenkomst, maar toch ook wel heel veel verschil met de andere grote Nederlandse haven, Amsterdam. Daar statige grachten, waarin rijke, oude koopmanshuizen en enkele pakhuizen zich. spiegelen, stille hoekjes, internationale mensen naast een vrolijke volksmassa.

In Rotterdam echter zijn statige huizen weinig talrijk. Dikwijls staan grote gebouwen naast nietige woninkjes.

Zie bijv. den Coolsingel: een groot raadhuis, een ruim en breed postkantoor, daarnaast een machtige beurs, dan het Erasmiaans Gymnasium, en vervolgens een gesticht met aangenaam aandoenden gevel, dan een Passage, uit een weinig artistieke bouwperiode afkomstig, enige vervallen winkeltjes, het vroegere Museum Boymans in deftig ouderwetsen stijl, het standbeeld van G. K. van Hogendorp, weer een groepje vervallen huisjes en als afsluiting het gebouw van den Bijenkorf in modernen warenhuisstijl.

Inderdaad, Rotterdam heeft altijd nog iets van een schooljongen, die uit zijn kleren gegroeid is. En toch wordt men getroffen door iets, dat men eerst niet goed verstaat; zijn het de mensen, de auto’s, de vrachtwagens, de af- en aansnorrende trams; is het de drukte, het gewoel, de werklust, de polsslag van de werkende, grote havenstad?Inderdaad, dat is ’t, wat Rotterdam zijn aantrekkingskracht geeft voor hen, die er langer verblijven en wonen. Niet geheel onjuist is de zegswijze: te Amsterdam wordt het geld beheerd, in den Haag wordt het verteerd en in Rotterdam wordt het vermeerd.

Er spreekt een zekere durf, een zekere energie uit al die nieuwe gebouwen: het nieuwe raadhuis, het nieuwe museum Boymans, het nieuwe Erasmiaans Gymnasium, het nieuwe station Feyenoord, en is er niet een groots plan in uitvoering, om een tunnel onder de Maas te graven?

Het enige opvallend mooie, maar dan ook enig-mooie is de rivier, is het gezicht op de Maas. Er zijn twee bruggen, een spoorbrug en een verkeersbrug, en van de voetbrug geniet men het best van het heerlijke uitzicht op de rivier. Geen stad kan mooier riviergezicht hebben, nergens die teer en zacht ineenvloeiende zilvergrijze tinten onder zó wijd zich strekkende hemelruimte. Altijd is de Maas even mooi, ’s morgens, ’s middags en ’s nachts; bij regen en bij zonneschijn, ’s zomers en ’s winters.

Gedurende langen tijd had Rotterdam een zeer gebrekkige verbinding met de zee, want de Maasmond was onbevaarbaar. Tijdens de regering van koning Willem I werd het Voornse kanaal gegraven, dat wel een grote verbetering gaf, maar een veel te grote omweg was. Eerst het graven van den Nieuwen Waterweg tussen 1866 en 1872 bracht een directe verbinding met de zee. Een groot voordeel boven Amsterdam, dat een kanaal met sluizen heeft.

Steeds meer schepen deden de havens aan, die nu ook ras verbeterd werden. De oude werden verbreed en uitgediept, nieuwe werden aan beide oevers gegraven, nieuwe laad- en los-inrichtingen aangebracht. Vooral ook werd gezorgd voor overlaad-inrichtingen (zie ook: Elevator, Veem), want een groot deel van den handel van Rotterdam is doorvoerhandel.

De meeste schepen, die in Rotterdam aanlopen, zijn vrachtboten, zowel die der geregelde als die der wilde vaart.

Bekende rederijen hebben hier hun zetel. In de eerste plaats noemen we de Rotterdamse Lloyd, met vracht- en mailboten, die op Indië varen, de Holland-Amerikalijn, eigenaresse van Nederlands grootste passagiersschip: de Statendam en weldra ook van het in ons land in aanbouw zijnde schip, dat wellicht Prinsendam zal heten.

Verder noemen wij nog de Batavierlijn, de Rotterdam-Zuid-Amerika-lijn, de Verenigde Nederlandse Scheepvaartmaatschappij.

In Rotterdam worden o.a. de ertsen aangevoerd die overgeladen worden naar Duitsland, voorts granen, hout, steenkolen, koffie, zuidvruchten en talloze andere producten, die voor een deel in ons land blijven, maar1 voor een nog belangrijker deel doorgevoerd worden naar het achterland.

Veertig procent van de goederen, die iï Rotterdam aankomen, zijn niet bestemd voor doorvoer, maar worden in de pakhuizen opgeslagen; daardoor ontstond, naast het transito-verkeer, een belangrijke goederenhandel.

Aan den linker Maasoever ligt, nabij de Waalhaven, het tweede Nederlandse vliegveld, waar onophoudelijk de machines stijgen en dalen, terwijl er ook plannen bestaan voor het aanleggen van een haven voor watervliegtuigen.

< >