Petrus Paulus Rubens (1577—1640), de grootste der Vlaamse schilders, werd geboren te Siegen in Nassau, waarheen zijn vader, die rechtsgeleerde en schepen te Antwerpen was, als Calvinist de wijk genomen had. Na den dood van zijn vader in
Petrus Paulus Rubens (1577—1640), de grootste der Vlaamse schilders, werd geboren te Siegen in Nassau, waarheen zijn vader, die rechtsgeleerde en schepen te Antwerpen was, als Calvinist de wijk genomen had. Na den dood van zijn vader in
1587 keerde de jonge Rubens met zijn moeder naar Antwerpen terug, waar hij de Latijnse school bezocht en een RoomsKatholieke opvoeding ontving. In de volgende jaren verkreeg hij een veelomvattende beschaving en ontwikkeling. Reeds sedert
1595 beoefende hij de schilderkunst onder leiding van verschillende leermeesters, van wie vooral Otto van Veen voor hem van grote betekenis is geweest. In 1598 werd hij in het St. Lucasgilde opgenomen en in 1600 trok hij naar Italië, waarbij de Italiaanse schilders bestudeerde te Venetië, Florence en Mantua. Vervolgens ging hij naar Rome en het Spaanse Hof. In 1608 keerde Rubens naar Antwerpen terug, waar hij een jaar later door hertog-Albert tot hofschilder werd benoemd, zodat hij zich in Antwerpen vestigde en er in groten stijl in een prachtig huis een atelier opende.
De werken van zijn Italiaanse periode staan geheel onder den invloed van de grote Italiaanse meesters. Eerst na zijn terugkeer in Vlaanderen vindt hij zijn eigen stijl en komt zijn oorspronkelijk genie snel tot ontplooiing. Rubens’ schilderijen, oneindig afwisselend in aard en voorstelling: bijbelse taferelen, mythologische voorstellingen, landschapsschilderingen, portretten, getuigen van een zo volmaakt kunnen, een zo geweldig scheppend kunstenaarstemperament, dat zijns gelijken slechts onder de allergrootsten zijn te vinden. De opdrachten stroomden hem toe en ook was zijn scheppende verbeelding te vruchtbaar voor zijn eigen enorme werkkracht alleen, en zo ontstond Rubens’ nimmer geëvenaard atelier,,bedrijf”, waarin de schilder niet alleen zijn talrijke schetsen en ontwerpen door een groot aantal, vaak hoogst begaafde leerlingen (waaronder b.v. ook Anton van Dyck) liet uitwerken, maar waarin hij ook samenwerkte met zelfstandige meesters, zoals Frans Snijders, P. de Bos, L. van Uden, J.Wildens, Jan Breughel II, Jacob Jordaens enz., die toch alle opdrachten in zijn géést en door hem geïnspireerd volvoerden.
Voor de vervaardiging van reproducties van zijn werken, vormde hij een school van bekwame kopergraveurs, die onder zijn toezicht prachtige prenten naar zijn schilderijen hebben gemaakt. Ook de houtsnede maakte hij aan dezen arbeid dienstbaar, wat tot de toepassing van een meer verfijnde techniek aanleiding gaf.
In 1625 vertoefde Rubens te Parijs om, in opdracht van Maria de Medici, het Palais du Luxembourg met taferelen uit haar leven te versieren. En ondanks zijn drukke werk wist hij nog tijd te vinden (tussen 1628 en 1630 en ook later) voor verscheidene diplomatieke zendingen in Engeland en in Spanje, waarmee hij succes had. Te Madrid werd hij met eerbewijzen overladen en zelfs in den adelstand verheven.
In genialiteit de evenknie van Rembrandt, is zijn karakter geheel het tegenovergestelde: zo diep-ernstig, ingetogen en verinnerlijkt het werk van den Noord-Nederlander, zo levenslustig, bontkleurig en decoratief is dat van den Vlaming. Van de 2000 tot 3000 schilderijen, die onder zijn naam doorgaan, worden de eigenhandige werken op ongeveer 600 geschat, terwijl ongeveer 250 tekeningen van hem zijn bewaard gebleven.
Rugby is een zeer oud balspel, dat waarschijnlijk al reeds door de Romeinen beoefend werd. Later werd het spel — een voetbalspel, waarbij men ook de handen :mag gebruiken — in Engeland veel gespeeld en zelfs zó ruw, dat het meer op een vechtpartij geleek en van overheidswege verboden werd. Later werd het wat beter gereglementeerd en in 1858 op de Engelse scholen ingevoerd.
De twee partijen bestaan elk uit 15 man; het veld, dat niet langer is dan 100 en niet breder dan 6 ½ m., is verdeeld in twee helften met aan ieder einde een doellijn over de gehele breedte van het veld en midden op die doellijn een doel, ongeveer zoals de goal bij voetbal. Doel van het spel voor elk van de beide partijen is, zo goed mogelijk met den bal door de tegenstanders heen te komen en den bal achter de vijandelijke doellijn te brengen of hem over het doel te schieten. Hiervoor wordt dan aan de hand van bepaalde regels een aantal punten toegekend. Het spel gelijkt oppervlakkig gemakkelijker dan voetbal, maar is het niet. De man met den bal wordt besprongen, men mag hem beetpakken, beentje-lichten enz.
Eerste eisen voor rugbyspelers zijn, behalve lenigheid en vlugheid, een forse bouw en grote lichaamskracht; de spelers dragen zelfs dikwijls een soort valhelm!
