Sedert 1799 heeft de naam Lutine een klank als van goud. In dat jaar op den 9den October verging tijdens zwaar stormweer op de kust van Terschelling, het Engelse oorlogsschip „Lutine”.
Het schip had een groten schat aan boord in goud en zilver, zowel in baren als in gemunt geld. De opgaven omtrent de waarde lopen uiteen van 10 tot 20 millioen gulden.
Reeds kort na de schipbreuk werden pogingen gedaan om de schat te bergen, doch wind en water veroorzaakten bijna onoverkomelijke moeilijkheden. Bij de eerste poging van 1800—1801 werd voor een waarde van ruim 650 duizend gulden geborgen.
Latere ondernemingen leverden nog enige tonnen gouds op, zodat vermoedelijk in het geheel een waarde van 1 ½ millioen gulden op de zee is terugveroverd. Doch men blijft doende...
