Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Jacob

betekenis & definitie

was een der aartsvaders of patriarchen, zoals de stamvaders van het Joodse volk worden genoemd. Hij was een zoon van Isaac en dus een kleinzoon van Abraham, den herdersvorst van Ur.

Zijn tweelingbroeder was Ezau, die herhaaldelijk met hem in één adem wordt genoemd. Op listige wijze wist Jacob, aangezet door zijn moeder Rebecca, voor zichzelf den zegen van zijn blinden, ouden vader te krijgen, die dezen zegen echter voor Ezau had bestemd.

Beducht voor Ezau’s wraak, nam hij de vlucht naar Mesopotamië, waar hij in dienst trad bij zijn oom Laban. Hij huwde diens dochters Lea en Rachel en verwierf er langzamerhand veel bezit aan vee.

Na een twintigjarig verblijf bij Laban, trok hij naar Kanaän, sloot vrede met zijn broer Ezau en leefde daar als herdersvorst. Na zijn worsteling met den Engel, die je in den Bijbel beschreven vindt (Gen. 32), ontving hij van God den naam Israël — zie aldaar.Toen later zijn meest geliefde zoon Jozef in Egypte onderkoning was, trok Jacob daarheen en vestigde zich in het land Gozen, waar hij op zeer hogen ouderdom overleed. _ Hij had twaalf zonen, uit wier nageslacht zich het Israëlietische volk in twaalf stammen heeft ontwikkeld.