was volgens het Bijbelverhaal de meest geliefde zoon van den aartsvader Jacob. In het boek Genesis wordt zijn geschiedenis verteld.
Jacobs liefde voor den even mooien als wijzen en deugdzamen jongen wekte den nijd op van zijn broers. Toen hij eens door vader Jacob werd uitgezonden naar de kampeerplaats van zijn broeders, die vele dagreizen ver met de kudden in het veld waren, maakten dezen van de gelegenheid gebruik, om zich op Jozef te wreken. Zij verkochten hem als slaaf aan voorbijtrekkende kooplui, die op weg waren naar Egypte. Den prachtigen, veelkleurigen rok, dien vader Jacob aan Jozef gegeven had, doopten zij in het bloed van een slachtdier en zonden hem aan Jacob terug. Deze kon toen niet anders denken, dan dat zijn zoon door wilde dieren was verscheurd. Intussen was Jozef in Egypte als slaaf verkocht aan Potifar, een hoveling van den koning. Door bedrog en onder valse beschuldiging kwam hij in de gevangenis, doch zijn eigenaardige gave om dromen uit te leggen verloste hem hieruit. De vorst van Egypte had n.l. gedroomd over zeven vette en zeven magere koeien. De sterrenwichelaars en wijzen des konings verkeerden in grote verlegenheid, want geen van hen kon den droom uitleggen. Totdat eindelijk de schenker van den Pharao (’n Egyptische koningstitel), die Jozef in de gevangenis had leren kennen, aan hem dacht en hem voor den koning bracht. Jozef verklaarde nu niet alleen den droom, doch gaf den Pharao bovendien goeden raad. De vorst verhief hem uit dankbaarheid tot onderkoning van Egypte en gaf hem de dochter van den opperpriester tot vrouw. Uit dit huwelijk werden twee zonen geboren: Ephraïm en Manasse. Jozef kocht gedurende een tijdperk van overvloedige oogsten alle graan op, zodat hij, toen de voorspelde hongersnood kwam, in de ontstane behoefte kon voorzien. Vandaar zijn bijnaam: Redder der wereld.
Sterk sprekend tot de verbeelding is nu het verhaal, hoe na tal van avonturen Jozef eerst zijn broeders en later zijn vader weer ontmoet en in den besten zin van het woord de weldoener wordt van zijn familie, die hij opneemt in het rijke land Gosen, een Egyptische provincie.
Vele kunstenaars hebben gebeurtenissen uit het leven van Jozef geschilderd, beschreven of bezongen.
