Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Bijbel

betekenis & definitie

betekent eigenlijk eenvoudig boek. Het is een verzameling van boeken (in den meervoudsvorm: biblia = boeken), die tezamen het Oude en het Nieuwe Testament vormen.

Testament wordt hier gebruikt in de betekenis van „verbond”, n.l. tussen God en de mensen.De Bijbel is al heel oud. Reeds langen tijd vóór Christus’ geboorte bestonden onder de Israëlieten verspreide geschriften, die later het Oude Testament zouden vormen. Ezra, die omstreeks 458 v. Chr. nog een aantal Joden uit de Babylonische ballingschap naar Jeruzalem terugvoerde, heeft de grote verdienste, deze geschriften, die de godsdienstige wetten en overleveringen der Joden bevatten, te hebben verzameld.

Naar den inhoud kan men deze geschriften in drie groepen verdelen, n.l. historische of geschiedkundige boeken, bevattende de geschiedenis van de oudste tijden, van de schepping der wereld tot den tijd der aartsvaders en het ontstaan, den bloeitijd en den ondergang van het Joodse volk als zelfstandige natie; voorts de didactische of leerboeken en de profetische boeken.

De door Ezra verzamelde boeken waren grotendeels in de Hebreeuwse taal, voor een klein deel in het Chaldeeuws geschreven.

Natuurlijk zijn later die boeken in alle talen vertaald. De eerste belangrijke vertaling van het Oude Testament in het Grieks is de Septuaginta; dit betekent: vertaling van de Zeventig. De legende vertelt n.l., dat de Egyptische koning Ptolemeus in de 3e eeuw vóór Christus zeventig geleerde rabbijnen in zeventig afzonderlijke kamers liet opsluiten en dat zij in zeventig dagen den Hebreeuwsen tekst precies gelijk vertaalden.

In de oudste Christelijke gemeenten werden bij de godsdienstoefeningen hoofdzakelijk de boeken van het Oude Testament gelezen. De eigenlijke christelijke lectuur begint met de brieven der Apostelen, voornamelijk die van Paulus. Daarnaast werden reeds in de eerste eeuw de Woorden van Jezus op schrift gebracht, terwijl ook verschillende levensbeschrijvingen van den Heiland (Evangeliën) in omloop kwamen.

De oudste handschriften zijn alle verloren geraakt. Onze oudste documenten zijn afschriften van afschriften, w.o. de Codex Vaticanus, afkomstig uit de 4e eeuw n. Chr. Even oud is waarschijnlijk de Codex Sinaïticus, die door den geleerde Tischendorf in 1844 in de rommelkamer van een klooster aan den voet van den berg Sinaï werd gevonden. In de jaren 1853 en 1859 gelukte het hem, de kostbare bladen, 346 in getal, naar Europa over te brengen, waar ze in de Keizerlijke bibliotheek te Leningrad (toen St. Petersburg) belandden. In 1934 heeft het Brits Museum het kostbare manuscript voor een groot bedrag aangekocht.

De oudste Latijnse vertaling van den gehelen bijbel, dus ook van de boeken van het Nieuwe Testament, die de vier Evangeliën (levensbeschrijvingen van Jezus) bevatten, benevens allerlei andere boeken, is de Itala, die echter spoedig door de Vulgata, de vertaling van den heiligen Hiëronimus, verdrongen werd. Deze vertaling wordt nog thans door de R. K. kerk als gezaghebbend erkend.

In de jaren 1522 tot 1534 maakte Maarten Luther een Duitse vertaling, een enorm werk, dat ook door andersdenkenden als een meesterstuk wordt erkend. Hoe nauwgezet hij .daarbij te werk ging, blijkt uit het feit, dat hij, om de Hebreeuwse benamingen van de delen der offerdieren (in Leviticus) juist te kunnen vertalen, inlichtingen bij de Joodse en christelijke slagers inwon en om een goede beschrijving van het Hemels Jeruzalem te kunnen geven, verschillende juweliers raadpleegde omtrent de namen der edelstenen.

De Rooms-Katholieke en de Protestantse bijbels verschillen enigszins ten opzichte van het Oude Testament, maar het zou ons te ver voeren, hier die verschilpunten te bespreken. Luther had in zijn vertaling een aantal geschriften opgenomen, die later, in 1619, door de Dordse Synode werden verworpen, de z.g. apocriefe boeken. Zie ook: Apocrief.

De Statenbijbel, zoals wij dien thans kennen, is op last van de Staten Generaal en volgens het besluit van de Dordse Synode door zeer deskundige vertalers in het Nederlands vertaald.