Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Huid

betekenis & definitie

Huid is de naam voor de natuurlijke bekleding van het oppervlak van het dierlijk — en dus ook van het menselijk — lichaam en ook van het oppervlak der inwendige organen en holten. Gewoonlijk bedoelt men met het woord huid uitsluitend het uiterlijk omhulsel, terwijl men dat der inwendige organen en holten vlies noemt, b.v. darmvlies, buikvlies, beenvlies, hersenvlies, enz.

Maar we zullen 't hier alleen hebben over de huid van het menselijk lichaam.De huid is een belangrijk orgaan, dat niet alleen dient om aan het lichaam zijn vorm te geven. De huid regelt niet alleen de uitscheiding van overtollige of voor de gezondheid nadelige vochten (transpireren of zweten), maar in zekeren zin ook de temperatuur van het lichaam en bovendien is zij de zetel van den tastzin.
Wanneer je een stukje huid met het blote oog beschouwt, lijkt het niet veel bizonders: een velletje, meer niet. Maar zo eenvoudig is de zaak niet. Dit velletje bestaat uit verschillende lagen, die duidelijk van elkander te onderscheiden zijn. In de eerste plaats hebben we de opperhuid of epidermis, een droog vlies zonder bloedvaten en zenuwen. Zij schilfert voortdurend van buiten af en wordt van binnen uit vernieuwd door het onder haar liggende slijmvlies, het z.g. net van Malpighi. Dit is een merkwaardig orgaan. Zoals de naam slijmvlies al aanduidt, bestaat het uit vochtrijke cellen en zit het vol met bloedvaten; maar bovendien bevat het fijne korreltjes kleurstof (pigment), waardoor de huid een bepaalde kleur krijgt. De huid van het blanke ras is arm aan kleurstoffen; alleen waar zich zomersproeten of moedervlekjes enz. vertonen, bevat het slijmvlies pigment. De huid van de gekleurde rassen: negers, Indianen, Mongolen enz. is met kleurstof verzadigd. De rode kleur van lippen en wangen is niet het gevolg van de aanwezigheid van pigment, maar wordt veroorzaakt door het doorschemeren van het bloed door de bovenhuid, die daar heel dun is.
De derde laag is de lederhuid. Deze is ongekleurd en veel dikker en veerkrachtiger dan de opperhuid. Aan de buitenzijde, waar zij in het slijmvlies overgaat, is zij bedekt met langwerpige, soms kegelvormige lichaampjes, de z.g. tastpapillen, waarin de gevoelszenuwen uitmonden. Aan de vingertoppen zijn deze organen bizonder talrijk, ongeveer 80 op een m.M.2; op andere lichaamsdelen vindt men er slechts ongeveer 40 per m.M.2 en nog minder. De vingertoppen zijn immers ook bij uitstek de zetels van den tastzin!
Verder ontdekken we op de tekening, dat zich in de diepste laag der lederhuid de haren ontwikkelen. Hier rusten klierachtige haarwortels; van deze wortels uit doorboort het haar in een schede de lederhuid.
Het haar zelf is een hoornachtige draad met een kanaal, waarin zich de kleurstof bevindt, die er een bepaalde kleur (zwart, bruin, rood) aan geeft. Ook hebben we hier de klieren, die in den vorm van zweet het overtollige vocht en de schadelijke stoffen uitscheiden, die dan door een fijne buis (porie) naar buiten gevoerd worden. Aan de onderzijde gaat de lederhuid over in een weefsel, hoofdzakelijk bestaande uit vetcellen, die de huid met het daaronder liggende vlees losjes verbinden, zodat een kleine verschuiving van de huid mogelijk is, b.v. fronsen van het voorhoofd, bewegen van de hoofdhuid. Deze beweging wordt verricht door ' de huidspieren. Bovendien eindigt in eiken haarwortel een spiertje, dat de taak heeft de haren op te richten (als de haren z.g. „te berge rijzen”). Dat ook de nagels aan vingers en tenen en andere hoornachtige uitwassen, zoals b.v. eksterogen, producten van de huid zijn, wist je al.
Nu zal je ook wel willen weten, welk oppervlak de huid van een mens heeft. Bij een volwassene, laat ons zeggen een mens van normale dikte en 1.70 M. lengte, bedraagt dit oppervlak ± 1.6 M.2, waarvan ± 600 c.M.2 op de behaarde hoofdhuid komen. De dikte van de huid is op de verschillende lichaamsdelen zeer verschillend: op de lippen en oogleden slechts 0.7 tot 0.8 m.M., aan de voetzool 2 à 3 m.M. Dit geldt voor Europeanen; negers hebben over ’t algemeen een dikkere huid.
Rekenen we het onderhuidse vetweefsel bij de huid, dan hebben we een dikte van 4 tot 9 m.M. Bij dikke mensen kan dit vetweefsel op den buik de afmeting van 30m.M. krijgen.

Je begrijpt dat, waar de huid zulk belangrijk werk te verrichten heeft, het ook zaak is haar goed te onderhouden en te verzorgen. Geregeld wassen is een eerste eis voor de gezondheid, evenals het regelmatig verwisselen van ondergoed. Dat de huid zich wreekt, wanneer bepaalde plaatsen door voortdurenden druk mishandeld worden, b.v. het dragen van te nauwe schoenen, weet iedereen, die wel eens een eksteroog gehad heeft!