Een der grootste volgelingen van den groten Rembrandt, hoewel hij geen leerling van hem geweest is, was Pieter de Hoogh (1629—1677).
Hij is de schilder van binnenhuisjes en eenvoudige, meest zonnige straatjes. Van Rembrandt heeft hij geleerd, hoe de zon, de grote tovenares, alle dingen bezielt en verandert. In zijn stukken spelen dan ook licht- en schaduweffecten, die hij tot een fijne oplossing brengt, een grote rol. In warmte en innigheid van gloed wordt de Hoogh wel door geen ander schilder geëvenaard. Hij behoort tot de meest populaire schilders van zijn tijd. Het Rijksmuseum bezit van hem een mooi interieur, waarop een vrouw met een kind op schoot; te Londen bevindt zich zijn beroemde „Hollandse binnenplaats”.