Gepubliceerd op 14-03-2021

Troskieuwige visschen

betekenis & definitie

Lophobranehii, een orde van meerendeels kleine visschen. De kieuwen vertoonen zich als kleine ronde trosjes of bundeltjes, die paarsgewijs aan de kieuwbogen gehecht zijn.

Het groote kieuwdeksel is door een vlies met den schoudergordel verbonden en, met openlating van slechts een kleine spleet, door de huid overdekt. Kieuwstralen rudimentair. De snoet is tot een buis verlengd en de kleine tandelooze mond bevindt zich aan het uiteinde of aan de ondervlakte van deze buis. Het lichaam is verlengd, hoekig en geheel bedekt met schilden. De vinnen zijn gewoonlijk zwak, en eenige ontbreken soms geheel (n.l. de buikvinnen, aars- en staartvin); zij worden gesteund door meestal ongelede stralen, die zich aan het einde verbreeden, in plaats van spits toe te loopen, zooals bij andere visschen. Het skelet der T. is weinig ontwikkeld.

Allen hebben een dunwandige, in verhouding tot hun lichaam vrij groote zwemblaas. De wijfjes van sommige soorten (geslacht Scyphius) kleven het kuit vast aan de buikzijde der mannetjes; bij andere soorten hebben de mannetjes een eigen door een uitbreiding van de huid gevormden broedzak, waarin de eieren tot ontwikkeling komen. Alle T. leven in zee, doch sommigen gaan ook de rivieren op. Zij voeden zich met vischkuit, wormen en andere kleine dieren. Gewoonlijk deelt men de T. in in drie familiën: Syngnathoidei (een kantig, langgerekt, achterwaarts dun toeloopend lichaam; geslachten Syngnathus, Hippocampus, Calamastoma, zie op Naaldvisschen, Zeenaaiden, Adderzeenaald, Entelurus, met afbeelding); Solenostomatoidei (ineengedrongen van gedaante, twee rugvinnen, groote, met den binnenrand vergroeide borstvinnen, die aldus een broed- of eierzak vormen; één geslacht, Solenostoma, met drie soorten, allen in den Ind. oceaan); Pegasoidei, zie Zeedraakjes.

< >