nederlandsch geleerde en schrijver, geb. te ’s Hertogenbosch 3 Aug. 1806, overl. te ’s Grav., was achtereenvolgens in zijn geboortestad klerk der prov. griffie, der stedelijke secretarie (1828), tevens stedelijk archivaris (1857) en in 1853 redacteur der ,,Prov. Noordbr. en ’s Hertogenb.
Courant”; vestigde zich, na het nederleggen van deze ambten, eerst nabij Amsterdam, later in de residentie. Zijn voornaamste werken zijn: Inventaris der archieven van de stad ’s Hertogenbosch (1861—73), Gerard Abrahams, bijgenaamd Lekte erb eet je; Vruchtelooze aanslag van graaf Philips van Hohenlo op ’s Hertogenbosch in 1585, artikelen in het wetenschappelijk tijdschrift „Noordbrabant”, jaarg. 1853.