Gepubliceerd op 28-02-2021

Periode

betekenis & definitie

cirkelgang, kringloop, een in regelmatige tijdruimten optredende herhaling van bepaalde verschijnselen, ook de tijd die telkens verloopt van het verschijnsel tot zijn herhaling. In de geschiedenis: tijdvak dat min of meer een gesloten geheel vormt.

In de muziek: zin bestaande uit een vóór- en een nazin.