Wat is de betekenis van Periode?

2025-05-14
*PREMIUM* Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-05-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Periode

(<Fr.), v. (-n,-s), 1. kring of reeks van jaren, na afloop waarvan dezelfde verschijnselen in dezelfde volgorde terugkeren, tijdkring; — (sterr.) tijdruimte waarbinnen zekere astronomische verschijnselen geregeld plaats vinden; — (geneesk.) elk der tijdperken die een ziekte achtereenvolgens doorlopen moet: de longontsteking is nog...

2025-05-14
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

periode

Het begrip periode heeft 8 verschillende betekenissen: 1) tijdsruimte met kenmerkende eenheid. kort of lang durend deel van de tijd met een al dan niet nader bepaald begin en einde, dat men als een eenheid beschouwt om zijn specifieke karakter, een typerend verschijnsel of een daarbinnen vallend kenmerkend gebeuren; tijdsruimte met een kenme...

2025-05-14
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Periode

Een periode is een bepaalde tijdsduur die duidelijk of minder duidelijk is afgebakend. Synoniemen van het woord zijn tijdperk en era. "Voor hem brak een nieuwe periode aan, een periode van vrede." Dit geeft aan dat er een nieuw tijdperk voor de persoon in kwestie aanbreekt, waarin vrede centraal staat. Een periode wordt gebruikt voor een...

2025-05-14
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

periode

(19e eeuw) (euf.) maandstonden. Eveneens in het Engels, het Duits en het Spaans. De uitdrukking komt o.a. voor bij Stoett (nr. 2082). Tegenwoordig vooral nog in Vlaanderen gebruikelijk. Voor synoniemen kijk onder bezoek*en opoe*. Uit de reclamewereld komt moeilijke* dagen. • De stonden hebben: d.w.z. de maandstonden (16de eeuw), de maandvloed,...

2025-05-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

periode

periode - zelfstandig naamwoord uitspraak: pe-ri-o-de 1. reeks van momenten ♢ het was een drukke periode 2. begrensde tijdruimte ♢ gedurende een periode van twee maanden mag u hier wonen...

2025-05-14
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

periode

Ongesteldheid. Eveneens in het Engels en het Duits. De uitdrukking komt o.a. voor bij Stoett (nr. 2082). Tegenwoordig vooral nog in Vlaanderen gebruikelijk. Voor synoniemen, kijk onder bezoek* en opoe*. Uit de reclamewereld komt ‘moeilijke* dagen’. Gepensioneerd brandweercommandant Staf weet alles van vrouwen. Zijn tweede vrouw is zeker 25 jaar jon...

2025-05-14
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Periode

[Lat. periodus, van Gr. periodos, van hodos = weg] tijdvak; terugkerende groep cijfers in repeterende breuk; (grotere) volzin.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-05-14
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Periode

tijdvak; omlooptijd; terugkerende groep cijfers in een repeterende breuk (wisk.); volzin