Gepubliceerd op 28-02-2021

Olaf

betekenis & definitie

naam van eenige koningen van Noorwegen.

O. Tryggveson, een achterkleinzoon van koning Harald, deed strooptochten naar Engeland, Ierland en Frankrijk. Hij leverde in 1000 een grooten zeeslag aan de vereenigde koningen van Zweden en Denemarken, waarin hij verslagen werd en sneuvelde.
O. de Heilige, zoon van Harald, onderkoning van Noorwegen, wist in 1017 de heerschappij over Noorwegen te bemachtigen. Hij kan als de eigenlijke bekeerder van Noorwegen aangemerkt worden; de wetgeving werd in Christel, zin gewijzigd en de zeerooverij op de kusten des lands streng verboden. Met Knoet den Gr. van Denemarken in oorlog geraakt, verdreef deze hem in 1028 uit zijn staten, en toen O. een poging aanwendde om zijn rijk weder te herwinnen, vond hij den dood in den slag bij Sticklestad aan de golf van Drontheim in 1030. Kort na zijn verscheiden werd hij reeds overal de heilige genoemd en gold als schutspatroon van Noorwegen.
O. III Kyrre, volgde met zijn broeder Magnus in 1066 zijn vader Harald III op en regeerde na zijns broeders dood (1069) alleen. Hij begunstigde het verkeer met het buitenland. In zijn tijd werd Bergen gesticht. Hij stierf in 1093.
O. IV Magnusson, volgde als kind van 3 jaar zijn vader Magnus Barfod op en stierf in 1115.
O. V Hakansson, geb. 1370, overl. 1387, regeerde, onder voogdij van zijn moeder, Margaretha, van 1375 af Denemarken, en sinds 1380 ook Noorwegen.