russ. Nowaja Semija, Nieuw Land, dubbeleiland in de Noordelijke Ijszee, tusschen de Barendszee en de Karische zee, behoort tot het district Petsjorsk van het russ. gouv.
Archangelsk, is 91.070 km.2 groot, en nagenoeg onbewoond. Vroeger hield men N. voor een enkel eiland, doch later is gebleken, dat het uit twee groote en meerdere kleine eilanden bestaat. De twee groote worden gescheiden door straat Matotschkin. Aan de noordkust zijn zeer hooge bergen. De eilanden zijn bijna het geheele jaar met sneeuw en ijs bedekt, en van half Oot. tot het einde van Febr. is het voortdurend nacht, die alleen door het noorderlicht verhelderd wordt. Het plantenrijk levert alleen mos en enkele planten op; maar er worden vele diersoorten gevonden, als rendieren, ijsberen, vossen, robben, walrussen en in den zomer vele trekvogels enz., waarom het des zomers door jagers en visschers van de naburige kusten bezocht wordt.
De meening, dat er oudtijds rijke zilvermijnen gevonden werden, is door latere nasporingen gelogenstraft. In 1879 hebben de deelnemers aan de nederl. noordpool-expeditie met het schip „Willem Barendsz” in het n.o. van het eiland, aan kaap Nassau, een gedenkteeken geplaatst ter herinnering aan de overwintering van Heemskerk, Barendsz en hun reisgenooten in 1596.
