Gepubliceerd op 28-02-2021

Novalis

betekenis & definitie

(Georg Friedrich Philipp Freiherr von Hardenberg, als schrijver bekend onder den naam N.) geb. 1772 te Wiederstadt, overl. 1801 te Weissenfels, studeerde te Jena in de wijsbegeerte, had daar veel omgang met Schiller, beoefende te Leipzig en Wittenberg de studie der rechten en vestigde zich te Tennstadt als rechtsgeleerde. Hier leerde hij Sophie von Kühn kennen (1794), met wie hij zich verloofde, doch die hij reeds in 1797 door den dood verloor.

Inmiddels was hij als „auditor” aangesteld bij de zoutwerken te Weissenfels, waarbij hij, na een korten tijd studeerens aan de bergacademie te Freiberg, in 1799 tot „assessor” werd benoemd. In dit tijdperk kwam hij in aanraking met de beide Schlegels en met Tieck, die grooten invloed op hem uitoefenden. Kort voor zijn overlijden ontving hij zijn benoeming tot „Amtshauptmann”. Van zijn werken zijn de voornaamste: Hymnen an die Nacht (1798), Geistliche Lieder (1799) en de roman Heinrieh von Ofterdingen (1799).

< >