Medulla, noemt men in de plantkunde de bij vele planten uit parenchymcellen bestaande inwendige gedeelten van den stengel, van de takken, wortels enz. Bij de houtachtige stamman, is het door den zoogenaamden M. -koker omgeven, en door overdwars gelegen cellenrijen, M.-stralen genaamd, met de schors verbonden (zie Hout).
Bij de vlier is het M„ duidelijk te zien. Bij sommige planten, bijv. bij den sagopalm, hevat het zetmeel. In deanatomie noemt men de zelfstandigheid diode holten der beenderen vult, merg, en verder het in de wervelkolom gelegen deel van het centraal-zenuwstel (ruggemerg en verlengde merg, zie Hersenen), alsmede de centrale deelen van verschillende organen (nieren, bijnieren).