naam van een adellijk friesch geslacht, van welks leden wij vermelden:
Eelcko van L., nam deel aan den eersten kruistocht, werd tot gouverneur van Nicea benoemd en woonde de inneming van Jeruzalem bij, voor welke stad hij zwaar gewond werd. In 1109 met andere friesche edelen nogmaals naar het Heilige land getrokken, overleed hij te Joppe.
Eelcko van L., was van 1328—32 abt van het klooster te Lidlum. Bij een bezoek dat hij aan het convent Ter Poorten bij Boxum bracht om de losbandige monniken tot tucht te vermanen, werd hij door dezen vermoord.
Schelte van L., was afgevaardigde van Friesland om den huldigingseed aan Philips II af te leggen. Hij hield zich aan de zijde des konings en werd met andere edelen door den stadhouder Casper Robles belast om de belasting te regelen tot onderhoud der spaansche troepen. Om zijn spaanschgezindheid moest hij de wijk nemen uit Friesland en overleed te Oldenzaal, 1573 of 1582.
