1. naam van een zandplaat gelegen tusschen Terschelling en Barradeel.
2. (Fr.: abbé; Dtsch: Abt; Eng.: abbot), een uit het Chaldeeuwsche woord abba of abbas, vader, ontstane titel, in de R.-K. kerk een geestelijke waardigheid; men onderscheidt aarts-, universeel, provinciale, generale, particuliere, plaatselijke, gemijterde en ongemijterde abten. Abbas abbatum: Abt der Abten, titel van den abt van Monte Cassino, het moederklooster der Benedictijnen.