Gepubliceerd op 23-02-2021

L. knappert

betekenis & definitie

geb. 1863, promoveerde in 1887 te Amsterdam tot doctor in de godgeleerdheid, op proefschrift: De beteekenis van de wetenschap van het folklore voor de godsdienstwetenschap; was predikant te Kwadijk, Dokkum, Assen en is sinds 1902 hoogleeraar in de godgeleerdheid vanwege de Ned. herv. kerk aan de universiteit te Leiden. Schreef o. m.: Bladzijden uit de beschavingsgeschiedenis der Longobardeu (1889); met S.

Gratama vervaardigde K. de rechtspleging in den Balloërkuil „Bij klimmender zonne”, voorts schreef hij artikelen in tijdschriften en dagbladen, van welke laatste een aantal verschenen onder den titel „Spectatoriale Betoogen”.