(later ook Kolassae; Colossae) in de oudheid een volkrijke stad in Groot-Phrygië aan de rivier Lycus, werd in 65 na Chr. onder keizer Nero samen met de naburige steden Laodicea en Hierapolis door een verschrikkelijke aardbeving bijna geheel verwoest, maar later weer opgebouwd, en bloeide tot in de 12de eeuw. In K. was een der eerste christengemeenten in Klein-Azië gevestigd; tot haar is de brief van Paulus aan de Colossenzen gericht.
De onbeteekenende ruïnen van K. liggen een weinig ten noorden van de tegenwoordige stad Chonas.