Gepubliceerd op 20-01-2021

Jan brouwer

betekenis & definitie

Nederl. godgeleerde, geb. 20 April 1760 te Franeker, studeerde aan de hoogeschool aldaar ; was langen tijd predikant bij de Doopsgezinde gemeente te Leeuwarden, en overl. 11 April 1822 ; vele zijner verhandelingen werden door Teijler’s genootschap met goud bekroond.

< >