Gepubliceerd op 23-02-2021

Interrex

betekenis & definitie

(lat., tusschenkoning) in de oude romeinsche geschiedenis titel van den magistraatspersoon, die in den koningstijd na den dood van een koning door de patriciërs uit hun midden benoemd werd om de verkiezing van een nieuwen koning te leiden, doch niet langer dan vijf dagen zijn ambt bekleeden mocht en het dan moest afstaan aan een volgenden L, en zoo vervolgens totdat de verkiezing van een koning had plaats gehad. Een tusschenregeering (interregnum, zie ald.) bleef ook in de tijden der romeinsche republiek behouden, ofschoon toen de opperste magistraten zelf de verkiezingen hunner opvolgers leidden, voor het geval dat zij tijdens de uitoefening van hun ambt overleden waren of hun ambt neergelegd hadden, ofwel de nieuwe verkiezing niet vóór het einde van hun ambtsjaar had kunnen plaatsvinden; ook deze benoeming van een I. geschiedde nog door de patriciërs en wel in de comitia curiata.

In den keizertijd echter was er voor een I. geen plaats meer.

< >