Gepubliceerd op 23-02-2021

Imperator

betekenis & definitie

(lat.) aldus werd bij de oude Romeinen degene genoemd die bekleed was met het imperium (zie ald.), in ’t bijzonder de opperbevelhebber van het leger te velde; de titel mocht slechts gevoerd worden na vergunning van den Senaat of wanneer, na een behaalde overwinning, de veldheer door de troepen als I. was uitgeroepen, en werd achter de overige namen gevoegd, maar mocht slechts zóó lang gevoerd worden als de veldheer werkelijk het imperium bezat. Nadat deze titel aan Julius Caesar, die hem achter zijn naam onmiddellijk vóór zijn overige titels voerde, voor het leven verleend was, met het recht hem op zijn erfgenaam te doen overgaan, werd hij aangenomen door Octavianus (keizer Augustus) en voorts door alle volgende romeinsche keizers, nu als aanduiding der keizerlijke macht in ’t algemeen en gewoonlijk vóór alle andere titels en namen geplaatst.

Nog tegenwoordig is I. (fransch empereur, eng. emperor) de gebruikelijke titel voor een keizer.

< >